toets bespreken + 6.1 afronden + UL 6.2 bestuiving (1m/h EN 1h/v)

toets bespreken 
alléén markeerstift op tafel!
timer
15:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

toets bespreken 
alléén markeerstift op tafel!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

planning
  • toets bespreken
  • nakijken 6.1 - opdracht 4 t/m 6           (+ controle HW + boek 1B)
  • leerdoelen + uitleg 6.2
  • opdrachten 6.2  maken in de les                    (wat niet af is = HW)

Slide 2 - Slide

Chromebook blijft dicht +

Open boek 1B op blz. 169

Start met nakijken!
1












via digitaal gedownloade antwoordenboek

Slide 3 - Slide

opdracht 4

Slide 4 - Slide

opdracht 5
a. 







b.
De rechterbloem. Daar zie je het begin van een courgette: de vrucht die ontstaat uit het vruchtbeginsel. 
Het vruchtbeginsel is een onderdeel van de stamper en die vind je alleen in een vrouwelijke bloem.

Slide 5 - Slide

opdracht 5

c. 
Nee, alleen de linkerbloem. 
Dit is een mannelijke bloem. Alleen mannelijke bloemen bevatten meeldraden en stuifmeel.
opdracht 6

De bloemkelk is groen door de bladgroenkorrels. In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. De bloemkelk helpt daardoor mee met het maken van voedsel voor de plant.

Slide 6 - Slide

Boek dicht op tafel

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 6.2 - bestuiving
  • Ik kan beschrijven wat bestuiving is.
  • Ik kan het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.
  • Ik kan de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Bestuiving door insecten

Slide 10 - Slide

insectenbloemen


  • Veel bloemen hebben                                                                                    grote en opvallend gekleurde kroonbladeren.
  • Daarmee lokken ze insecten.
  • Insecten komen ook af op de geur en op de nectar. 
  • Nectar is een zoet sap dat insecten aantrekt.

Slide 11 - Slide

nectar en
stuifmeel
  • Bijen verzamelen nectar en maken er honing van voor hun jongen. 
  • Bij het verzamelen van nectar raakt een bij vaak bedekt met stuifmeel.
  • Op die manier komt het stuifmeel ook op de andere bloem terecht.

Slide 12 - Slide

Nectar en stuifmeel

Slide 13 - Slide

insectenbloem
windbloem 

Slide 14 - Slide

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

Kenmerken:
  • Veel stuifmeel
  • Kleine onopvallende bloemen

Slide 15 - Slide

Insectenbloemen
  • fel gekleurde kroonbladen
  • bestuiving door insecten
  • maken nectar
  • maken weinig stuifmeel
  • stuifmeel is klevend
  • hebben meestal geur
  • meeldraden in de bloem
  • stempels zijn klein


Windbloemen
  • onopvallende kroonbladen
  • bestuiving door de wind
  • hebben geen nectar
  • maken veel stuifmeel
  • stuifmeel is lichtgewicht
  • hebben geen geur
  • meeldraden buiten de     bloem
  • stempels zijn groot

Slide 16 - Slide

Bestuiving = als stuifmeelkorrels terecht komen op stempel van dezelfde soort.

Slide 17 - Slide

Alleen bestuiving bij dezelfde soort;
1 + 3 zijn geen bestuiving, alleen 2 is een bestuiving!

Slide 18 - Slide

Zelf- en Kruisbestuiving

Slide 19 - Slide

Maak nu ONLINE van
thema 6
van basisstof 6.2
opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 8





Wat niet af komt in de les, 
wordt automatisch huiswerk voor de volgende les!

Slide 20 - Slide

Leerdoelen 6.3:
  1. Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
  2. Ik kan de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Nog geen bevruchting, want de kern van de stuifmeelkorrel is nog niet samengesmolten met de kern van de eicel.
WEL 
Bevruchting= als kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met kern van de eicel.

Slide 24 - Slide

Na de bevruchting;
  • Na de bevruchting gaat de bevruchte eicel zich delen. 
  • Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een
  • kiem
  • Uit het zaadbeginsel ontstaat een 
  • zaad.
  • Uit het vruchtbeginsel ontstaat een 
  • vrucht.
  • Elk zaad bevat een kiem (zie afbeelding 2). 
  • ls het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.

Slide 25 - Slide

Huiswerk voor volgende les = 
1 = Maak ONLINE van basisstof 6.2 - opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 8
2 = Maak ONLINE van basisstof 6.3 - opdracht 1 t/m 3+ 5 t/m 8
3 = Was je vorige les absent (X) of vond je 6.2 moeilijk, bekijk dan onderstaande link: https://www.youtube.com/watch?v=xEPnxVokYIk
4  = Was je vorige les absent (X) of vond je 6.2 moeilijk, bekijk dan onderstaande link: https://www.youtube.com/watch?v=J1ypcXZKGX8
5 = Vind je 6.2 en/ of 6.3 nog steeds moeilijk; kom naar een Invest-uur!

PW 5 gemist??? maak dan deze les nog een afspraak om in te halen!!!

Proefwerkweek: thema 6 - basisstof 6.1 t/m 6.4 + 6.6 (dus 6.5 niet)

Slide 26 - Slide