NN BB 3 les 13-06-2025

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

NN 3BaZw  

voorbereiding zakelijke e-mail en spelling

Welkom!

• Ga zitten.
• Pak je spullen: leesboek, lesboek, schrift en pen.
• Starten met 5 minuten lezen in je leesboek.

Lesprogramma vandaag

• Zakelijke e-mail: filmpje en aantekeningen maken.
• Maken: §10 (evt. afmaken §9) van Cursus 7 Spelling
• Quiz
• Journaal bekijken.
• Afsluiting.

Filmpje zakelijke e-mail

Maak aantekeningen! Bij 6.06 min.

Zakelijke e-mail uitleg en tips.

Spelling uitleg

Spelling §9 (start daarna zelf met §10)

In een enkelvoudige zin staat één persoonsvorm (pv). De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat van tijd kan veranderen. De persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt).

Zelfstandig werken

• Maken: §9 (en §10) van Cursus 7 Spelling

Opdrachten 1,2,3 en 4. Online of in je lesboek/schrift.

• Werkboekje

Lezen en de opdrachten maken.

Quiz: 

Persoonsvorm in enkelvoudige zinnen

Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Ik ben moe en ik heb geen zin om te gaan trainen.'

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Verander tijd: 'Ik was moe en had geen zin om te gaan trainen'.

'Ben' en 'heb' veranderen, dus 2 persoonsvormen, dus samengestelde zin. 

Merk op dat in allebei de zinnen het onderwerp naast de persoonsvorm staat. Het zijn dus allebei hoofdzinnen. 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud de woorden
2. Hij onthoudt de woorden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Loop jij weg?
2. Loopt jij weg?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Zwaait je naar mij?
2. Zwaai je naar mij?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Raad jij het juiste woord?
2. Raadt jij het juiste woord?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. het gebeurt
2. het gebeurd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. hij zwaait
2. hij zwaaid

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. hij bediend
2. hij bedient
3. hij bediende
4. hij bediente

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. het brand
2. het brandt
3. het brande
4. het brandde

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Jij wordt al heel lang
2. Jij word al heel lang

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud
2. Hij onthoudt

Het journaal

Schrijf een kijkvraag op waarvan je het antwoord zelf weet.

Afsluiting

• Tot vrijdag (leesboek en lesboek weer mee)!