Berekenen startkapitalen & rente's

Financieel rekenen
Tas van tafel & Laptop open


1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Financieel rekenen
Tas van tafel & Laptop open


Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de lessen kan je:
Het startkapitaal berekenen, 
Het rente percentage berekenen,
Het aantal dagen berekenen.

Slide 2 - Slide

Inhoudsopgave
De blauwe dia's zijn opgaves die ook in je boek voorkomen met verkortte uitleg.
De rode dia's zijn uitleg dia's met opgaves die uitgebreid uitgewerkt zijn.

Slide 3 - Slide

Begrippenlijst
Startkapitaal = jouw inleg / het eerste bedrag wat je op de bank zet.
Eindkapitaal = jouw inleg + de ontvangen rente over deze inleg.
Rente = Interest
ontvangen rente = eindkapitaal - startkapitaal
startkapitaal = 100%
eindkapitaal = 100 % + het interest %

Slide 4 - Slide

Berekenen van 
Rente percentage
Startkapitaal
Aantal dagen

Slide 5 - Slide

stappenplan rente berekening in (maanden)
1. Bereken de ontvangen rente (eindkapitaal - startkapitaal)
2. Bereken hoelang (maanden) het geld op je rekening staat.
3. 12 maanden (in 1 jaar)
4. antwoord van vraag 3 x je ontvangen rente = -----

5. je startkapitaal (K) x het aantal maanden (T)
6. Deel nu je antwoord van 4, door je antwoord van 5

7. decimaal vraag 6  x 100%
8. controle
K x P x T = 1 / 1200
7000 x P x 10 / 1200 = €400
(Zie volgend dia voor voorbeeld opgave.)

Slide 6 - Slide

Voorbeeld rente berekening in Maanden
Je hebt op 01-01 €7000 op je bank gezet (startkapitaal). 
Op 01-11 haal je er €7400 vanaf (eindkapitaal).
Bereken de rente / interest. 

(Zie vorige dia voor uitleg)
(opg15b)
uitwerking
1. €7400 - 7000 = €400
2. Tussen 01-01 en 01-11 zitten 10 maanden
3. 12
4. 12 x €400 = €4800
5. €7000 x 10 = €70,000
6. €4800 / €70,000 = 0,0686%
7. 0.0686% x 100% = 6.86%

Slide 7 - Slide

stappenplan renteberekening in (dagen)
1. Bereken ontvangen rente. (startkapitaal - eindkapitaal)
2. Bereken hoeveel dagen (30 in de maand?)
3. 360 
4. antwoord van vraag 3 x je rente bedrag = -----

5. Je startkapitaal x het aantal dagen
6. Deel nu je antwoord van 4, door je antwoord van 5
7. decimaal vraag 6 x 100%

(Zie volgend dia voor voorbeeld opgave.)

Slide 8 - Slide

Voorbeeld (rente) in dagen/15C
Je hebt op 05-01 €8400 op de bank gezet (startkapitaal).
Op 12-06 haal je €8550 van je rekening af (eindkapitaal).

Bereken de rente / interest.

(Zie vorige dia voor uitleg)
1. €8550 - 8400 = €150
2. 05-01 / 12-06 = 157 dagen
3. 360 
4. 360 x €150 = €54,000

5. €8400 x 157 = 1,318,800
6. 54,000 / 1,318,800
= 0,0409 %
7. antwoord vraag 6 x 100%
 

Slide 9 - Slide

Rente percentage berekenen 15A
startkapitaal €2000,-
startdatum 11-02 tot 27-05
Eindkapitaal €2080,-

Bereken de rente
K x P x T / 360 x 100

Slide 10 - Slide

Antwoord 




k = 2000
p = ?
t = 106 dagen


startkapitaal €2000,-
startdatum 11-02 tot 27-05
Eindkapitaal €2080,-
Bereken de rente (P)

  • 1. €2080 - 2000 = €80
  • 2. aantal dagen (106)
  • 3. 360
  • 4. startkapitaal x (aantal dagen)
  • 5. antwoord 3 / antwoord 4
  • 6. antwoord 5 x 100%
  • 7. = 13.58%

Slide 11 - Slide

stappenplan startkapitaal berekenen in (maanden)
als de interest (p) onbekend is.

1. interest percentage / 12
2. antwoord #1 x aantal maanden dat je geld op de bank staat)
3. eindkapitaal = 100% + vraag 2
4. kapitaal incl. rente / ant. 3
5. antwoord vraag 4 x 100% 

(Zie volgende dia voor voorbeeld)


Slide 12 - Slide

Startkapitaal berekenen in (Maanden)
Maria zet op 10 april (k?) op haar rekening.
Interest is 6%. (P)
Na 8 maanden (T) is het bedrag opgelopen naar €10.400 (eindkapitaal).

Bereken het startkapitaal (K)
1. 6% / 12 = 0.5%
2. 0.5% x 8 = 4%
3. €10,400 = 100 + 4% = 104%
4. €10,400 / 104 = €100
5. €100 x 100% = €10,000

Slide 13 - Slide

stappenplan startkapitaal berekenen (dagen)




1. interest percentage / 360 (30 dagen per maand)
2. Aantal dagen berekenen
3. Antwoord vraag 1 x aantal dagen
4. Eindkapitaal / 100% + antwoord vraag 3
5. Antwoord vraag 3 x 100% = startkapitaal

Slide 14 - Slide

Startkapitaal berekenen in (Dagen)
Karam zet op 01-01 (K?) op zijn rekening. 
Interest is 6% (P).
op 01-09 (T) haalt hij er €20,800 vanaf (eindkapitaal).
(elke maand is 30 dagen)
Bereken het startkapitaal.
1. 6% / 360 = 0,0166666667
2. 01-01 / 01-09 zijn 240 dagen
3. 0,01666666667 x 240 = 4%
4. €20,800 / 104 =€200
5. €200 x 100% = €20,000

Slide 15 - Slide

startkapitaal berekenen opg.16
Sandra stort op 15 maart (? Kapitaal ?) op haar rekening
Interestpercentage is 4%
na 9 maanden is het bedrag €8240
Bereken het  startkapitaal?

Slide 16 - Slide

startkapitaal



1. interest percentage / 12
2. antwoord x aantal maanden)
3. eindkapitaal / 100 + vraag 2
4. kapitaal incl. rente / ant. 3
k = ?, P = 4%, T = 9 maanden

Sandra stort op 15 maart (?Kapitaal?) op haar rekening
Interestpercentage is 4%
na 9 maanden is het bedrag €8240
Bereken het kapitaal ?

  • 1. rente (4%) / 12 (aantal maanden)
  • 2. antwoord x (aantal maanden) (9)
  • 3. eindbedrag / 100 + antwoord 2
  • 4. 8240 / 103 = 80,-
  • 5. 80 x 100 = €8000 startkapitaal

Slide 17 - Slide

Startkapitaal berekenen opg.18

Chantal stort op 17 januari (K ?) op haar rekening
Interest is 3.75%
na 100 dagen is het bedrag €12125,-
Bereken het (?) startkapitaal

K x P x T / 36,000
k = ?      p = 3.75%       t = 100 dagen


Slide 18 - Slide

1. interest percentage / 360
2. antwoord x 100 (dagen)
3. eindkapitaal / vraag 2
4. (controle) is je antwoord
  •  3.75 / 360 = 0.0104
  •  0.0104 x 100 = 1.0416
  •  €12 125 / 1.0416 = 11 640,-
  •  11 640 x 3.75 x 100 / 360

Slide 19 - Slide

Berekenen startkapitaal opg.20A

4.5% rente
data 11-02 tot 01-05
eindkapitaal incl. rente (4040,-)
Bereken het startkapitaal (K?)

K x P x T 
K = ?       P = 4.5%      T = 80 Dagen


Slide 20 - Slide

1. aantal dagen tellen
2. rente percentage / 360
3. antwoord 2 x aantal dagen
4. uitkomst + 100%
5. eindkapitaal / percentage

  • 80 dagen
  • 4.5% / 360 = 0.0125
  • 0.0125 x 80 = 1%
  • 1% + 100% = 101%
  • €4040 / 101 x 100 = €4000

Slide 21 - Slide

Wat vonden jullie van deze les?
010

Slide 22 - Poll