12.1 Werken met Formules + 13.1/13.2

H12: inhoud
BB - H13.1/H13.2 Formules en van formule naar pijlenketting
KB/TL - H12.1: Werken met formules
Formules, vergelijkingen en terug rekenen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H12: inhoud
BB - H13.1/H13.2 Formules en van formule naar pijlenketting
KB/TL - H12.1: Werken met formules
Formules, vergelijkingen en terug rekenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zijn er vragen over het huiswerk?
KB/TL - H12: voorkennis
BB - H13: voorkennis

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je leert een pijlenketting bij een formule maken

Je leert van een woordformule een letterformule maken (KB/TL)


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De woordformule is
aantal rondjes x 0,75 + 3 = bedrag. Hoeveel krijg je bij 10 rondjes
A
30,75
B
10.50
C
10
D
18

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Maak een pijlenketting bij de formule:

aantal uren x 10 + 20 = bedrag

aantal uren   → ... → = bedrag

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig bij een pijlenketting?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

De formule aantal uren x 10 + 20 = bedrag
zijn de kosten van een schilder.
Deze schilder is 4 uur bezig om de woonkamer te schilderen. Wat is het bedrag?
A
40
B
50
C
60
D
70

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
Je leert een pijlenketting bij een formule maken

Je leert van een woordformule een letterformule maken (KB/TL)

BB: maken 13.1 (in stilte)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Van woord naar letterformule
We kennen de woordformules van vorig hoofdstuk. 
- aantal koekjes x 0,60 + 2,50 = bedrag

Nu willen we in de wiskunde graag niet zo veel schrijven, dus gaan we naar letterformules.
- a x 0,60 + 2,50 = bedrag 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld van letterformule
- 150 + 20 x m = b 
- t x 3,5 = h 
- w = 15 + 6 x a
We willen minder schrijven! 
Er staat nog hetzelfde
 als bij de woordformules! 

Slide 13 - Slide

Geef bij iedere letterformule ook de benoemen van de letters. Denk aan maanden en bedrag bij de eerst en tijd en hoogte bij de tweede. 
Maak van de woordformule
aantal uren x 10 + 20 = bedrag
een letterformule

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

De formule is: t x 6,5 + 9 = b
Hier is t de tijd in uren en b het bedrag in euro's. Marvin werkt 5 uur hoeveel verdient hij ?
A
77.50
B
41.50
C
32.50
D
Weet ik niet

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen
Je leert een pijlenketting bij een formule maken

Je leert van een woordformule een letterformule maken


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Einde uitleg
- Ga aan de slag met:
  •    BB -> H13.1 opdr. 1 t/m 11   (9 niet!)
  •    KB -> H12.1 opdr. 1 t/m 7
  •    TL -> H12.1 opdr. 1 t/m 6
- Ben je klaar:
  •    Maak je de uitdagende opdrachten en dan nakijken
- Vragen kun je altijd stellen :)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions