Je schrijft een brief namens Karel de Grote aan zijn vrouw.
Waar ben je op het moment van het schrijven?
Welke datum is het?
Ben je al lang onderweg? Ben je al lang van huis?
Hoe ziet de omgeving eruit?
Wat is het probleem? Waarom is het een probleem?
Wat is een eventuele oplossing?
Hoe voel je je?