NN1 les 1: H1 schrijven: begrijpelijk schrijven

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, laptop en schrift).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Mijn pet of capuchon is af.

Slide 2 - Slide


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie: begrijpelijk schrijven
  • Aan de slag
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 3 - Slide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?

Let op:
Kijk je huiswerk nu na!

Slide 5 - Slide


Mijn eerste indruk van Groot Goylant

Begrijpelijk schrijven

Slide 6 - Slide

Wat weet ik al?
Kijk naar de startopdracht op bladzijde 18 van NN

Slide 7 - Slide


Lesdoel:

Ik weet:
  • Ik kan een korte begrijpelijke tekst schrijven.

Slide 8 - Slide

Wat is er mis met deze instructie?

Slide 9 - Slide

Instructie
begrijpelijk schrijven je schrijft een tekst omdat je iets wilt vertellen bijvoorbeeld over een sport die je fantastisch vindt of een film die je hebt gezien je wilt dat de lezer je tekst in een keer begrijpt daarom moet je goed nadenken over elk woord en elke zin zo schrijf je begrijpelijk schrijf een kladversie van je tekst controleer je tekst met deze vragen in mijn tekst volledig heb ik alles opgeschreven wat mijn lezer moet weten is mijn tekst duidelijk begrijpt de lezer wat ik bedoel schrijf de tekst in het net met begin elke zin met een hoofdletter en eindig elke zin met een punt of een vraagteken schrijf elk woord foutloos en goed leesbaar

Slide 10 - Slide

Zo schrijf je begrijpelijk:

  1. Schrijf een kladversie van je tekst 
  2. Controleer je tekst met deze vragen: 
  • is mijn tekst volledig? Heb ik alles opgeschreven wat mijn lezer moet weten?
  • Is mijn tekst duidelijk? Begrijpt de lezer wat ik bedoel?
   
   3. Schrijf de tekst in het net met:
  • Begin elke zin met een hoofdletter en eindig elke zin met een punt of een vraagteken.
  • Schrijf elk woord foutloos en goed leesbaar.

Slide 11 - Slide

Opdracht:
  1. Schrijf een uitnodiging voor het 1ste jaars feest waarmee we de wenperiode afsluiten. Het feest is voor de herfstvakantie
  2. Maak de opdracht in klad in je schrift.
  3. Als je de uitnodiging klaar hebt, laat je die lezen door je buurman/buurvrouw.
  4. Snapt je buurman/buurvrouwjouw uitnodiging?
  5. ja, top! Nee, pas hem dan aan.

Slide 12 - Slide

Aan de slag


timer
20:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk:

Maak opdracht:
Maak de uitnodiging af

Slide 14 - Slide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide