V4Les4

Les 4 Periode 4 (Havo 5 boek)


HW (2)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

Les 4 Periode 4 (Havo 5 boek)


HW (2)

Slide 1 - Slide

Planning
Toets TEA 3
Herhaling  §1 & §3 
§4 Voortgezette assimilatie
Quiz
Video naar keus met rad

Slide 2 - Slide

Toets inzage
Pak een toets en een correctiemodel voorin de klas
Met potlood (geen pen) mag je notities maken
Hierna bespreken we twee juiste antwoorden klassikaal

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vraag 8 antwoord
De concentratie natrium wordt in de cel laag gehouden doordat natrium actief de cel uit wordt gepompt (1p).
Hierdoor kan Natrium door diffusie de cel in stromen. Glucose lift daarop mee (1p).

Slide 5 - Slide

Evolutie vragen zijn moeilijk, dus we gaan de moeilijkste bespreken

Slide 6 - Slide

Vraag 24:
Beredeneer hoe het verminderd bezoek van hommels aan plantensoorten met een lange bloembuis eraan bijdraagt dat de lengte van de zuigsnuit van de hommel afneemt.

Door hun lange zuigsnuit kunnen hommels nectar halen uit bloemen met lange bloembuizen. De Amerikaanse hommelsoort Bombus balteatus komt voor in de hogere gedeelten van de Rocky Mountains. In die gebieden is door klimaatverandering het aantal bloeiende planten afgenomen. Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde lengte van de zuigsnuit van Bombus balteatus daar met 24% is afgenomen in de afgelopen vijftig jaar. Hommels met een kortere zuigsnuit kunnen gemakkelijker nectar opnemen uit bloemen van plantensoorten met korte bloembuizen. Hierdoor kunnen deze hommels veel meer plantensoorten bezoeken. Plantensoorten met een lange bloembuis kunnen ze echter niet meer bezoeken.
3p
24.


3 punten!

Slide 7 - Slide

Wat ik zou zeggen
- Hommels met een kortere zuigsnuit hebben een selectie voordeel  (1)
-  het verminderd bezoek van hommels aan plantensoorten met een lange bloembuis zorgt voor minder bestuiving van lange bloembuis bloemen (1)
- minder bestuiving betekent dat het aantal lange bloedbuis varianten zal afnemen (1)

Slide 8 - Slide

Antwoord vraag 24
Uit het antwoord moet blijken dat:
• er minder bestuiving / bevruchting (van planten met een lange bloembuis) plaatsvindt; (1p)
• er daardoor steeds minder planten met een lange bloembuis zullen voorkomen; (1p)
• hommels met een korte / kortere zuigsnuit daardoor selectievoordeel hebben / een verhoogde fitness hebben. (1p)

Slide 9 - Slide

§4 Voortgezette assimilatie
HW (2)

Slide 10 - Slide

Definitie assimilatie
Alle processen in een organisme waarbij energierijke organische stoffen ontstaan.

Slide 11 - Slide

Definitie dissimilatie
Alle processen in een organisme waarbij energierijke organische stoffen worden afgebroken tot eenvoudigere verbindingen, waarbij energie vrijkomt.

Slide 12 - Slide

assimilatie + dissimilatie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Definitie voortgezette assimilatie
Bij voortgezette assimilatie worden uit glucose-moleculen, grotere organische stoffen gevormd (= bouwsteen koolhydraten, eiwitten en vetten)

Bouwsteen
Product
 Sachariden
 Koolhydraten
Aminozuren 
Eiwitten
 Glycerol en vetzuren
Vetten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

sachariden (binas 67F)
monosachariden 

disachariden 

polysachariden 

1 eenheid: glucose / fructose / galactose / ribose / deoxyribose
2 eenheden:  sacharose, maltose, lactose
zetmeel, glycogeen, cellulose, lignine, chitine
vele eenheden:  

Slide 17 - Slide

polysachariden (binas 67F)
polysachariden 
bladgroenkorrels: zetmeel 
  • +/- 6000 glucose moleculen
  • spiraalvormig
lever/spieren: glycogeen
  • +!! 20.000 glucose moleculen
  • veel vertakkingen

Slide 18 - Slide

eiwitten = proteïnen
bestaan uit aminozuren (20 verschillende)
-> autotrofe organismen
kunnen ze zelf opbouwen uit glucose en stikstofhoudende ionen -> met name nitraat (NO3-)
-> heterotrofe organmisen
moeten deze eten, maar kunnen wel samenstellen uit gegeten aminozuren

Slide 19 - Slide

Peptide
aminozuren 
- aminegroep (H2N-)
- zuurgroep (-COOH)
- restgroep
   
alleen de restgroep is 
   per aminozuur anders

Slide 20 - Slide

peptiden (binas 67H)
aminozuur/peptide 

dipeptide 

polypeptide/eiwit 

Slide 21 - Slide

Structuur van polypeptide keten
Primaire structuur: de sequentievolgorde van aminozuren waaruit het eiwit opgebouwd is. 
Secundaire structuur: dit zijn vaak voorkomende structuren zoals β sheets en α-helixen, deze structuren ontstaan door toedoen van waterstofbruggen. 
Tertiaire structuur: de driedimensionale vorm van de gehele aminozuursequentie

Slide 22 - Slide

Polypeptiden
primaire structuur


secundaire structuur

Slide 23 - Slide

polypeptide/eiwit: myoglobine
tertiaire structuur


3D vorm

Slide 24 - Slide

vetten
vele soorten: 
  • cholesterol, olijfolie... 
ook bekend als:
  • lipiden
bevatten:
  • C, O en H -> zelf atomen als glucose!!! 

Slide 25 - Slide

vetten
veel zijn opgebouwd uit:
glycerol (3'C's met 3xOH)
en vetzuren (triglyceriden) 
(lange keten van CH2 groepen + einde carboxy: COOH) 

Slide 26 - Slide

fosfolipiden
waar kennen we deze van? 

Slide 27 - Slide

Dus... voortgezette assimilatie?
Bij voortgezette assimilatie worden uit (...),  grotere organische stoffen gevormd (= (...) voor koolhydraten, eiwitten en vetten)

Bouwsteen
Product
Sachariden
?
Aminozuren 
?
 Glycerol en vetzuren
?

Slide 28 - Slide

Definitie voortgezette assimilatie
Bij voortgezette assimilatie worden uit glucose-moleculen, grotere organische stoffen gevormd (= bouwsteen koolhydraten, eiwitten en vetten)

Bouwsteen
Product
Sachariden
Koolhydraten
Aminozuren 
Eiwitten
Glycerol en vetzuren
Vetten

Slide 29 - Slide

Huiswerk
Controleren vorige paragraaf
Maken 1.4 = 30 t/m 43

Slide 30 - Slide

http://www.youtube.com

Slide 31 - Slide