Democratie in Nederland

Democratie in Nederland
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Democratie in Nederland

Slide 1 - Slide

Het woord democratie komt van de Griekse woorden
A
demos en kratien volk en kiezen
B
demon en kratein mens en heersen
C
demos en kratein volk en heersen
D
demos en kratien mens en kiezen

Slide 2 - Quiz

Mijn naam is:

Slide 3 - Open question

De oorsprong van onze democratie ligt in
A
de Franse Revolutie die begon in 1789
B
de Griekse oudheid, meer dan 460 jaar voor Christus
C
de Griekse oudheid, ongeveer 480 jaar geleden
D
de tachtigjarige oorlog,, waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ontstond

Slide 4 - Quiz

Een kenmerk van vrije verkiezingen zijn
A
Je mag altijd stemmen over wetsvoorstellen.
B
Je hoeft aan niemand te vertellen op wie je stemt.
C
Iedereen in Nederland mag stemmen.
D
Als je het niet eens bent met een wet, dan hoef je je er niet aan te houden.

Slide 5 - Quiz

Wat mag in een democratie?
A
Iemand beledigen
B
Iemand bedreigen
C
Leugens over iemand vertellen
D
Iemand bekritiseren

Slide 6 - Quiz

Wat mag de overheid in een democratie?
A
Zich bemoeien met de wetten in een land
B
Zich bemoeien met wat kranten schrijven
C
Zich bemoeien met wat rechters beslissen
D
Mensen in de gevangenis zetten, die het niet eens zijn met de overheid.

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zetels zijn er in de Tweede Kamer?
A
100
B
150
C
75
D
300

Slide 8 - Quiz

Het kabinet bestaat uit
A
De leden van de Eerste en Twee Kamer
B
De leden van de Tweede Kamer
C
De ministers en de minister-president
D
De ministers, staatssecretarissen en minister-president.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Beschrijf aan de hand van het Klokhuis filmpje de weg van een wetsvoorstel. Lees eerst de uitleg.

Slide 11 - Open question

Welke drie machten zijn er in onze democratie?
A
de rechterlijke macht, de controlerende macht, de uitvoerende macht
B
de wetgevende macht, de rechterlijke macht, de uitvoerende macht
C
de wetgevende macht, de rechterlijke macht, de uitvoerende macht
D
de wetgevende macht, de controlerende macht, de rechterlijke macht

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link

Bij wie ligt de wetgevende macht?
A
Bij rechters
B
Bij de regering die bestaat uit de ministers en hun ambtenaren
C
Bij de Eerste en Tweede Kamer en de regering
D
Bij de Eerste en Tweede Kamer.

Slide 14 - Quiz

Bij wie ligt de uitvoerende macht?
A
Bij rechters
B
Bij de regering die bestaat uit de ministers en hun ambtenaren
C
Bij de Eerste en Tweede Kamer en de regering
D
Bij de Eerste en Tweede Kamer.

Slide 15 - Quiz

Alle kamerleden bij elkaar van een partij vormen een
A
zetel
B
fractie
C
kamermeerderheid
D
partij

Slide 16 - Quiz

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
A
75
B
50
C
150
D
100

Slide 17 - Quiz

Wat mag de Eerste Kamer niet?
A
Een wetsvoorstel controleren
B
Een wetsvoorstel aannemen
C
Een wetsvoorstel afwijzen
D
Een wetsvoorstel aanpassen

Slide 18 - Quiz

Wat zijn regeringspartijen?
A
Partijen die in de Tweede Kamer zitten
B
Partijen die in de Eerste Kamer zitten
C
Partijen die ministers hebben
D
Partijen die in de oppositie zitten

Slide 19 - Quiz

Wat is een departement?
A
een regering
B
een gemeenteraad
C
een ministerie
D
een kabinet

Slide 20 - Quiz

Wat is een wethouder?
A
een rechter
B
een jurist van een departement
C
een soort minister in de gemeenteraad
D
een bestuurder van de provinciale staten

Slide 21 - Quiz

Wat is een gedeputeerde?
A
een gemeenteraadslid
B
een wethouder
C
een burgemeester
D
een regeringslid van de Provinciale Staten

Slide 22 - Quiz

Door wie worden de leden van de Eerste Kamer gekozen?
A
door de leden van de Tweede kamer
B
door de stemgerechtigden van Nederland
C
door de leden van de Provinciale Bestuur
D
door de ministers

Slide 23 - Quiz

Aantal leden Europees Parlement
De tekst die jullie moesten lezen was niet zo heel nieuw. In de tekst stond dat er 567 leden in het Europees Parlement zitten. Bekijk via de volgende slide de tekst en zoek op hoeveel leden het Europees Parlement in deze periode heeft.

Slide 24 - Slide

Hoeveel leden heeft op dit moment het Europees Parlement?

Slide 25 - Open question

Wie maken de Europese wetten?
A
De ministers van de afzonderlijke landen in de Europese Unie
B
De leden van het Europese Parlement
C
De ministers van het Europese Parlement
D
De voorzitters van de fracties in het Europese parlement

Slide 26 - Quiz