1.6 Zoetwatervoorraden in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta

1 / 46
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Vandaag?
- Herhaling 1.5 (bodemdaling)
- Maken boxopdracht van 1.5 (werken van het kustgebied)
- 1.6 tijdens de volgende les!

Slide 2 - Slide

Wat versta je onder het begrip 'ontwatering'?
A
het droogleggen van de IJsselmeerpolders
B
het spuien van water op de Waddenzee vanuit het IJsselmeer
C
het afvoeren van water uit de bodem om de grondwaterstand te laten dalen
D
het aanvullen van water in de bodem om de grondwaterstand te laten stijgen

Slide 3 - Quiz

Klimaatverandering zorgt voor een groter overstromingsgevaar.
Leg uit hoe ontwatering door de mens het overstromingsgevaar kunnen verhogen.

Slide 4 - Open question

Oorzaken?
Smelten landijs/gletsjes
Zeewater wordt warmer en zet daardoor uit.
Oorzaken?
Nederland zakt geologisch
Nauwelijks overstroming door dijken (geen sedimentatie in polders)
Inklinken (in elkaar zakken) van klei door verlaging grondwaterspiegel
Oxidatie (en daardoor inklinken) van veen door verlagen grondwaterspiegel.

Slide 5 - Slide

Het effect van de zeespiegelstijging wordt versterkt door het getij en het weer.
Leg uit op welke manier een combinatie van springtij en grote hoeveelheden neerslag in het stroomgebied van de Rijn en Maas zorgen voor grotere overstromingsrisico’s.

Slide 6 - Open question

Leg uit op welke manier een (noord)westerstorm het overstromingsrisico in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta vergroot. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 7 - Open question

Drie mogelijkheden:
1.Noordwester storm
2. Springtij
3. Veel neerslag

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Ook hier is er sprake van doodtij.
Ook in dit geval is er sprak van springtij. Net als bij het plaatje hierbij verterken de zon en de maan elkaars trekkracht en stijgt het water.
In dit plaatje is er sprake van doodtij. Door de stand van de zon en de maan is het getijde op zijn laagst. de zon en de maan werken elkaar hier tegen.
Er is hier sprake van springtij. De zon en de maan staan in een lijn en versterken elkaars trekkracht.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe heette het IJsselmeer voordat deze het IJsselmeer werd?
A
De Noordelijke Binnenzee
B
Het Zuidermeer
C
De Zuiderzee
D
De Zuidelijke Waddenzee

Slide 13 - Quiz

In welke provincie ligt de Zuidwestelijke Delta voor het grootste deel?
A
Zeeland
B
Zuid-Holland
C
Flevoland
D
Friesland

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Welke gevolgen hebben de verandering van het neerslagregiem voor Nederland? (door klimaatverandering)
A
Watertekort in tijden van droogte
B
Wateroverschot in tijden van droogte
C
Lagere piekafvoer
D
Hogere piekafvoer

Slide 16 - Quiz

Kennis!!

A Estuarium 

B Delta 

Slide 17 - Slide

A Estuarium 

B Delta 

Slide 18 - Slide

Delta
Estuarium

Slide 19 - Slide

Delta
Estuarium

Slide 20 - Slide

Maak de boxopdracht van 1.5
Klaar?
Maak een start van 'test jezelf'

Slide 21 - Slide

Leerdoelen 1.6
* Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je verklaren waarom sommige gebieden in Nederland geen zoetwater van rivieren krijgen.

 
* Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je uitleggen om welke twee redenen men het peil van het IJsselmeer wil reguleren.

* Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je beschrijven waarom het belangrijk is een strategische zoetwatervoorraad aan te leggen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Het IJsselmeer als zoetwaterreservoir
Om een grotere strategische watervoorraad te hebben en spuien in de Waddenzee ook in de toekomst mogelijk te maken, wordt het peil van het IJsselmeer verhoogd. Dit doen we vooral in de zomer om beter in te spelen op drogere perioden. In de winter wordt het waterpeil lager gehouden om het overstromingsrisico te verminderen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

oorzaken verzilting
1. Binnendringen van zeewater via rivieren 
- door zeespiegelstijging
- tijdens droge tijden 
2. Bodemdaling 
- door ontwatering

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Geef drie redenen waarom de kans op verzilting groter is in de zomer dan in de winter.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Leg uit op welke manier het verziltingsproces wordt versterkt door bodemdaling. Je antwoord moet een oorzaakgevolgrelatie bevatten.

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Om de verzilting tegen te gaan zijn er verschillende projecten gestart in het gebied.
1. Gewassen verbouwen die beter tegen zout kunnen
2. Het opzetten van waterhouderijen (zie tekst)

Slide 37 - Slide

West- en Noord-Nederland zakken weg
--> bodemdaling
Waar vroeger rivieren West-Nederland de bodemdaling compesneerde door frequente kleine overstromingen, ging men dijken bouwen.

Slide 38 - Slide

Hoe hoog is de relatieve zeespiegelstijging?
A
4 meter
B
3 meter
C
2 meter
D
1 meter

Slide 39 - Quiz

Meer dreiging vanuit de zee en rivieren. Nederland moet blijven bemalen om droge voeten te houden!

Slide 40 - Slide

Welk percentage van Nederland ligt onder de zeespiegel (NAP)?
A
6%
B
19%
C
26%
D
34%

Slide 41 - Quiz

Welke van deze twee begrippen passen bij deze Dam? (het is de Oosterscheldedam)
Estuarium
Secundaire dam
Kustlijnverkorting
Stormvloedkering
Benedenloop
Delta
Riviermonding
Primaire dam
Buitendijks
Binnendijks

Slide 42 - Drag question

Hoe wordt deze riviermoning ook wel genoemd?
Estuarium
Secundaire dam
Kustlijnverkorting
Stormvloedkering
Benedenloop
Delta
Riviermonding
Primaire dam
Buitendijks
Binnendijks

Slide 43 - Drag question

Doodtij
Springtij
Springtij
Doodtij

Slide 44 - Drag question

Wat nu?
- Lees tekst 1.6 
- Maak een start met 'test jezelf'

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video