1685: Hulpverleners schieten te hulp

1685: Twee kanjers schieten te hulp
Wat heb je nodig:
- Tekst
- Arceerstift
- Chromebook
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1685: Twee kanjers schieten te hulp
Wat heb je nodig:
- Tekst
- Arceerstift
- Chromebook

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?
We gaan leren wat je moet doen als je iemand ziet die pijn heeft of eerste hulp nodig heeft.

We gaan samen kijken wat het belangrijkste is uit de tekst en hoe we een samenvatting kunnen maken.

Slide 2 - Slide

Belangrijkste woorden
EHBO
slachtoffer
ademhaling
gebroken been
gespalkt
ambulance

Slide 3 - Slide

Samen lezen we de tekst
Arceer de belangrijkste woorden: 
EHBO
slachtoffer
ademhaling
gebroken been
gespalkt
ambulance

Slide 4 - Slide

Waar staan de letters EHBO voor?

Slide 5 - Open question

Samenvatten
We kijken per alinea: wat is het belangrijkste uit de alinea.

Zijn het hoofdzaken of bijzaken?

Slide 6 - Slide

Samenvatten
Er is iemand van dat schuurtje gevallen.
  

Gelukkig hebben we EHBO gehad op school.

"Wat is er gebeurd?" vraagt hij met zijn vriendelijkste stem





Slide 7 - Slide

Samenvatten
We kijken per alinea: wat is het belangrijkste uit de alinea.

Zijn het hoofdzaken of bijzaken?

Slide 8 - Slide

Samenvatten
"Dan heb je waarschijnlijk je been gebroken", zegt Reda.

Hij haalt zijn mobiel uit zijn zak om 112 te bellen.

Samen met zijn vrouwelijke collega heeft hij het been van het jongetje gespalkt.

Voorzichtig wordt hij op de brancard gelegd en in de ambulance geschoven.

Slide 9 - Slide

Samenvatten
Hoe kunnen we de tekst nu samenvatten in drie tot vijf zinnen?

Slide 10 - Slide

Waarom zijn Abbie en Reda kanjers?
A
Ze hebben op de juiste manier geholpen na een ongeluk.
B
Ze hebben een kind uit het water gered.
C
Ze hebben een ambulance gebeld.

Slide 11 - Quiz

Hoe weten Abbie en Reda dat het been van het jongetje gebroken is?
A
Het been ligt krom.
B
Het been kraakte toen het op de grond viel.
C
Het jongetje ademt sneller dan normaal.

Slide 12 - Quiz

Wat doen de ambulancebroeders met het been van het jongetje?
A
Ze zetten het been recht.
B
Ze houden het been warm.
C
Ze houden het been op de plaats door te spalken.

Slide 13 - Quiz

Waarom blijft Abbie tegen het jongetje praten terwijl ze op de ambulance wachten?
A
Abbie wil meer informatie over het ongeluk.
B
Abbie probeert het jongetje rustig te houden.
C
Het jongetje mag niet in slaap vallen.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video