Notitie MIX3

Schrijven: notitie maken
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijven: notitie maken

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les:

Weet je welke belangrijke informatie je moet noteren;

Kun je een notitie maken.

Slide 2 - Slide

Even noteren!!!
Op verschillende momenten is het handig om even iets op te schrijven zodat je niets vergeet. Je maakt dan een notitie.
Een notitie maak je bijvoorbeeld wanneer je een afspraak wilt maken bij de tandarts of wanneer je iets besteld bij de Chinees. Ook is het handig als je zaken noteert bij belangrijke telefoongesprekken. In deze les leer je hoe je dit het beste kunt doen. 

Slide 3 - Slide

Notitie maken bij telefoongesprekken

Slide 4 - Slide

Wat is een memo/notitie?
kort briefje

Slide 5 - Slide

Hoe ziet een memo eruit?
Voor:                (voor wie het is bericht bestemd)
Van:                  (van wie, dus jouw naam, jij schrijft de memo)
Datum:            (wanneer, datum waarop de memo is geschreven)
Onderwerp:  (wat, het onderwerp van de memo)
-----------------------------------------------------------------------
Hieronder begint de tekst van je memo...
(hier kun je verdere informatie noteren, zoals het waar, waarom en hoe)


Slide 6 - Slide

datum
tijd
naam
telefoon nummer
aangenomen door
boodschap voor
datum
Wie heeft er gebeld?
Op welke dag heeft iemand gebeld?
Wie heeft de telefoon aangenomen?
Voor wie is de boodschap?

Slide 7 - Drag question

Telefoonnotitie maken
  • Datum en tijdstip van bellen
  • Je eigen naam
  • Naam van de beller en bedrijf
  • Telefoonnummer
  • Bereikbaarheid van de beller (wanneer kan je terugbellen)
  • Onderwerp/reden van bellen
  • Verwachte actie

Slide 8 - Slide

Duidelijke memo? 



Duidelijke memo? 
wie? 
wat? 
waar?
wanneer?
waarom?
hoe? 

Slide 9 - Slide

Welke notities maak je wanneer je je vriend(in) belt om af te spreken?

Slide 10 - Open question

Wat is het verschil tussen een vriend(in) bellen of een kapper bellen?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Informeel- of persoonlijk
telefoongesprek

met iemand die je kent
persoonlijke onderwerpen
je mag afdwalen
toon is informeel

voornaam / je
Formeel- of zakelijk 
telefoongesprek

met een onbekende
je blijft bij het onderwerp
toon is formeel

achternaam /meneer of mevrouw
u

Slide 13 - Slide

voorbeeld
Je werkt bij een autogarage.
De heer de Vries belt voor jouw collega Jan, over de VW Golf die hij heeft zien staan. 
Jan is even in gesprek met een klant. 

Wat doe je?

Slide 14 - Slide

voorbeeld
Je werkt bij een motorzaak.
De heer de Vries belt voor jouw collega Jan, over de Yamaha R1 die hij heeft zien staan. 
Jan is even in gesprek met een klant. 

Wat doe je?

Slide 15 - Slide