Internet

Datacommunicatie
Internet

Module 5 - §1.2 t/m §1.3
1 / 24
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Datacommunicatie
Internet

Module 5 - §1.2 t/m §1.3

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les ken je de werking van het internet, kan je enkele toepassingen van het internet benoemen, ken je de opbouw van een URL en een domeinnaam, ken je het verschil tussen publiek web, deep web en dark web en weet je hoe een Tor-netwerk werkt.

Slide 2 - Slide

Eerst even herhalen

Slide 3 - Slide

Omschrijf kort het model van (data)communicatie
timer
2:00

Slide 4 - Open question

Geef een voorbeeld van een medium als we spreken over communicatie
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Hoe kan je voorkomen dat je digitaal wordt afgeluisterd?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Het computernetwerk van school is voor voorbeeld van een WAN-netwerk
timer
0:30
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Het internet....
Het internet is een groot reservoir met betrouwbare en onbetrouwbare, juiste en onjuiste gegevens over allerlei onderwerpen. 

Slide 9 - Slide

Toepassingsmogelijkheden van het internet
  • het World Wide Web (websites)
  • e-mail
  • sociale netwerken (facebook, instagram, twitter)
  • telefoneren (Voice over IP)
  • nieuwsgroepen (forum)
  • downloaden van bestanden
  • Deep web en Dark web

Slide 10 - Slide

Domeinnaam
Het laatste deel van een URL, achter de . (punt) zegt veel over een domein. Het deel achter de punt noemen we een top-level domein. Zo betekent .nl dat het een Nederlandse website betreft. Je ziet vaak ook websites die eindigen op .com (commercieel bedrijf), .org (non-profit organisatie) of .edu (scholen). 

De laatste twee jaar zijn er veel top-level domeinnamen bijgekomen, zoals .amsterdam en .mobi

Slide 11 - Slide

World Wide Web
Websites vraag je op door gebruik te maken van een webbrowser, zoals Internet Explorer of Google Chrome. Iedere website heeft een unieke URL (URL = Uniform Resource Locator), ook wel domein genoemd, om bezocht te worden. Aan een URL is een IP adres (uniek getal) gekoppeld.

Slide 12 - Slide

Ken jij nog een bekende top-level domein?
timer
1:00

Slide 13 - Open question

Pu

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Dark web...?
Wanneer je via het gewone internet communiceert ben je altijd te traceren. Het is mogelijk om te communiceren zonder sporen op het internet na te laten. Dat gaat via het Dark Web. Hier zijn websites die de IP-adressen van de servers verbergen. Iedere gebruiker kan ze raadplegen, maar het is geheim wie er achter die websites zit. Ze gebruiken daarvoor de Tor-encryptie. Tor, de afkorting van The Onion Router, zorgt ervoor dat de afzender en de ontvanger van een bericht niet bekend kunnen worden.

Slide 16 - Slide

Tor?
Bekijk het volgende fragment. Kan je na het bekijken van het fragment een situatie benoemen waarbij het logisch is dat je gebruik gaat maken van het Dark web?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wanneer is het logisch om Tor te gebruiken?
timer
1:30

Slide 19 - Open question

Bellen via internet
Bellen via internet wordt ook wel Voice over IP genoemd, oftewel VoIP. VoIP is de verzamelnaam voor al het spraakverkeer via internet. De gesproken woorden worden omgezet in datapakketjes, die vervoerd worden over het internet. Gesprekken gaan via datalijnen op basis van het Internet Protocol, vandaar dus de naam: 'Voice over IP'.

Slide 20 - Slide

Waarom zijn voornamelijk internationale bedrijven relatief snel overgestapt op VOIP?
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Intranet
Bij een intranet wordt binnen de grenzen van een bedrijf of instelling gebruik gemaakt van de internettechnologie. Een intranet is dus een soort internet op het bedrijfsnetwerk. Of het bedrijf meer dan één vestiging op verschillende locaties telt, maakt in zo'n geval niet uit.

Slide 22 - Slide

Extranet
Een extranet is in feite een uitgebreid intranet. Het is een ondernemingsnetwerk waarvan bepaalde delen ook gebruikt mogen worden door een selecte groep derden, bijvoorbeeld klanten, leveranciers of andere handelspartners.

Slide 23 - Slide

Welke informatie zou een bedrijf op een intranet plaatsen?
timer
1:00

Slide 24 - Open question