les 4 hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3
les 4
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
les 4

Slide 1 - Slide

Organisatie tijd
Telefoon in telefoontas
Materiaal op orde
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Lees/werk moment
1. Maak de vragen bij les 3 af
2. Invulsamenvatting 3.2 af?
3.. Lees blz. 76-77
4. Klaar? Begin met de vragen bij les 4
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lestijd 15 min.






Slide 4 - Slide

hoe zat het ook alweer?

Slide 5 - Slide

De Republiek van Weimar was een
A
Keizerrijk
B
Dictatuur
C
Democratie
D
Socialistische staat

Slide 6 - Quiz

Deze afbeeldingen
gaan over:
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende

Slide 7 - Quiz

Hoe werd de economische crisis van 1923 opgelost?
A
Dawesplan
B
Blitzkrieg
C
Appeasement
D
Kellog-Briand pact

Slide 8 - Quiz

Dawesplan

A
1919
B
1924
C
1933
D
1998

Slide 9 - Quiz

Wat is het Dawesplan?
A
Een plan om oorlog te voeren
B
Duitsland leent geld aan de VS
C
Duitsland leent geld van de VS
D
Een plan om vrede te houden

Slide 10 - Quiz

Het Dawesplan
A
was een mislukking
B
is door Duitsland niet geaccepteerd
C
is door Frankrijk aangeboden aan Duitsland
D
heeft Duitsland financieel geholpen

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen
Na deze les kun je:
Uitleggen hoe de beurskrach en economische crisis in 1929 ontstaan
Kun je uitleggen welke gevolgen de crisis economisch en politiek in Europa had

Slide 12 - Slide

Hulp voor Duitsland

het Dawesplan


  • Door Dawesplan ging het weer beter met Duitsland.

  • Door opbloeiende welvaart weer politiek vertrouwen tot 1929.



Slide 13 - Slide

Roaring Twenties
  • In de VS ging het geweldig in de jaren '20. 

  • Veel mensen kochten spullen met een lening. 
  • Ook aandelen 

Slide 14 - Slide

Banken failliet
  • Banken hadden veel geld uitgeleend aan bedrijven en mensen

  • Door de crisis kregen ze veel van dat geleende geld niet terug

  • Daardoor gingen ook veel banken failliet

  • Mensen met aandelen verloren het vertrouwen en gingen hun aandelen snel verkopen!

Slide 15 - Slide


Beurskrach
'Black tuesday' 1929



  • De oorzaak voor de economische crisis noemen we de 'beurskrach'
  • De aandelenmarkt stortte in, veel aandelen waren meer waard dan het bedrijf zelf.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Gevolgen Duitsland
Crisis slaat in als een bom!
De gevolgen van de crisis in de VS zijn voor Duitsland enorm.

Slide 18 - Slide

Armoede door crisis


In Europa: Vooral Engeland en Duitsland getroffen door de crisis.

Slide 19 - Slide

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 20 - Slide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919)

  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

  • De crisis van 1929 slaat in als een bom...

Slide 21 - Slide


Fascisme

Fascisme is een politieke stroming, 
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd

De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 22 - Slide


Benito Mussolini


Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)

Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, 
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 23 - Slide

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 24 - Slide

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)

Slide 25 - Slide

Kenmerken van fascisme (2)

  • Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.

  • Geweld is goed: geen woorden maar daden

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

Slide 26 - Slide

Kenmerken van fascisme (3)
De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Pauzemomentje
timer
5:00

Slide 29 - Slide

Werktijd max. 20 min.
1. Maak de vragen bij les 4af.
2. Klaar? invulsamenvatting 3.2 af?
3. Klaar? Lees blz. 81

timer
20:00
timer
10:00
timer
15:00

Slide 30 - Slide

Afsluiting
Bedenk in twee vragen over :
- de economische crisis en
- het fascisme
Laat je buurman/vrouw deze beantwoorden
timer
5:00

Slide 31 - Slide