Water - De examenrivieren

Water - rivieren
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Water - rivieren

Slide 1 - Slide

De-ik-zit-en-begin-gelijk-vraag
Wat: wat weet je nog over de vorige les?

Hoe: 
  • Beantwoord de 2 examenvragen op het werkblad
  • Werk op je wisbordje
  • Werk alleen. Dus zonder te praten en zonder te kijken bij je buur.

  • Houd je bordje pas omhoog als je docent het vraagt.


timer
3:00

Slide 2 - Slide

Programma
1. De ik-zit-en-begin-gelijk-vraag (5 min)
2. Wat gaan we deze les leren? (2 min)
3. Opdracht: wat weten we al over rivieren? (5 min)
4. Uitleg: 4 soorten rivieren (8 min)
5. Opdracht: 4 soorten rivieren (5 min)
6. Lezen (8 min)
7. Uitleg: de kenmerken van de examenrivieren (10 min)
8.  Verwerking: examenvragen (10 min)
9. Afronding - hoe hebben we gewerkt en wat hebben we geleerd? (7 min)

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Focusvraag:
Hoe kun je aan de hand van kenmerken bepalen met welk type rivier je te maken hebt en tot welk type behoren de Nederlandse, Chinese en rivieren in het Middenoosten?

Aan het eind van deze les kun je:
1. de vier typen rivieren (gletsjer-, regen-, gemengde rivier en wadi) beschrijven en er voorbeelden bij noemen;
2. belangrijke kenmerken van rivieren in Nederland, het Midden-Oosten en China benoemen (zoals debiet, functie, begin- en eindpunt en soort rivier).
3. rivieren in NL, MO en China  aanwijzen op een kaart en koppelen aan het juiste riviertype.




Slide 4 - Slide

Opdracht: wat weet je al?
  • Werk op je wisbordje
  • Noteer de cijfers van de  stellingen en zijn de stellingen juist of onjuist?
  • Werk alleen. Dus zonder te praten en zonder te kijken bij je buur.
  • Houd je bordje pas omhoog als je docent het vraagt.


Juist of onjuist?
1. Nederland ligt in de middenloop van de rivier de Rijn.
2. Als een fabriek in Duitsland afval loost in de Rijn, is dat geen probleem voor Nederland.
3. De vier grootste rivieren van Nederland zijn de Rijn, Maas, Schelde en Eems.
4. Het water in de Rijn stroomt van de Noordzee naar Zwitserland.
5. De Waal en de IJssel zijn onderdeel van de Rijn.
6. De blauwe kleur op de kaart hiernaast is het stroomgebied van de Maas.

Slide 5 - Slide

Vier soorten rivieren
Er bestaan vier soorten rivieren:

Gletsjer- of smeltwater rivier
- Ontstaat hoog in de bergen.
- Het water is afkomstig van gesmolten sneeuw en ijs
- Bevat het meeste water in de zomer -> wisbordje: waarom?

Regenrivier -> De Maas
- Het water is afkomstig uit neerslag 
- Bevat het meeste water in de herfst en winter -> wisbordje: waarom?

Gemengde rivier -> De Rijn
- Het water is afkomstig van gesmolten sneeuw en ijs én van neerslag
- De rivier bevat het hele jaar door ongeveer evenveel water -> je moet nu kunnen uitleggen waarom dit zo is!
De Maas is een regenrivier.

Slide 6 - Slide

Wadi
Een bijzonder rivier is de wadi ->

Wadi's komen voor in droge gebieden (bijvoorbeeld het Midden-Oosten).
Het grootste deel van het jaar bevat een wadi geen water -> je kunt over de bodem van de rivier lopen!
Maar als het regent stroomt de wadi snel vol -> soms gaat dit zo snel dat het mensen overvalt en zij verdrinken!

Slide 7 - Slide

Opdracht: vier soorten rivieren
Wat: werkblad over de vier soorten rivieren (versie A of versie B)

Hoe: 
  • Alleen (zonder te praten en bij een ander te kijken) of in de groep met je docent
  •  Werk op het werkblad

Klaar: 
  •  Lees bladzijde 148 'Stroomgebieden in Nederland' 


Hulp: boek bladzijde 143 + je docent en groepsgenoten als je in een groepje werkt!
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Lezen
Wat: lezen bladzijde 170 + 171 'Belangrijke rivieren' 

Hoe:
  • In stilte voor jezelf

Klaar?
  • Noteer na het lezen minimaal 1 vraag/ ding dat je moeilijk vond of niet goed hebt begrepen.
  • Noteer na het lezen tenminste 1 ding dat je makkelijk vond of heel goed hebt begrepen.

Echt klaar?
Bespreek de moeilijke en goed begrepen dingen met de leden van je groepje. 





timer
7:00

Slide 9 - Slide

De rivieren van het examen
Voor het examen moet je een aantal rivieren en hun kenmerken heel goed kennen.

Nederland







De Rijn is de grootste rivier van ons land ->
Grootste debiet = de grootste hoeveelheid water per seconde.

De Rijn is enorm belangrijk voor het transport van goederen van de haven van Rotterdam naar Duitsland.


Slide 10 - Slide

De belangrijkste rivieren van Nederland.

Door al deze rivieren en de ligging aan de Noordzee is Nederland heel geschikt voor de handel. 
Nederland is via Rotterdam de toegangspoort tot Europa.

Slide 11 - Slide

De rivieren van het examen
Voor het examen moet je een aantal rivieren en hun kenmerken heel goed kennen.

Middenoosten







In het Middenoosten zijn rivieren minder belangrijk voor transport omdat er niet altijd voldoende water in staat.
Transport vindt er vooral plaats over zee.




Slide 12 - Slide

De Nijl is de langste rivier ter wereld. Maar op veel plekken is de rivier onbevaarbaar door te weinig water.

Slide 13 - Slide

De rivieren van het examen
Voor het examen moet je een aantal rivieren en hun kenmerken heel goed kennen.

China








De Chang Jiang en de Xi Jiang zijn enorm belangrijk voor het transport: ze monden uit bij de grote zeehavens Shanghai (Chang Jiang) en Guangzhou (Xi Jiang).
De Huang He heeft vaak een watertekort. Dat tekort wordt via een kanaal aangevuld met water uit de Chang Jiang.




Slide 14 - Slide

De Chang Jiang heeft veel verschillende namen.

Het is de langste rivier van China en de rivier met het meeste water.

Water van de Chang Jiang gaat via het grote kanaal naar de Huang He.

Slide 15 - Slide

Verwerken: examenvragen
Wat: kunnen we met wat we nu geleerd hebben examenvragen beantwoorden?

Hoe: 
  • werk alleen en praat dus helemaal niet!
  • lees de vragen door + onderstreep de belangrijke begrippen.
  • wat weet je over deze begrippen?
  • maak de 6 examenvragen binnen de tijd


Hulp: Geen!

Klaar? Maak de extravraag!

Let op: na 8 minuten gaan we vragen nakijken. Je moet dus op tijd klaar zijn!
timer
8:00

Slide 16 - Slide

Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
Reflectie:
Hoe hebben jij gewerkt?
Hoe heeft de klas gewerkt?
Hoe deed de juf het?

Leerdoelen:
1. de vier typen rivieren (gletsjer-, regen-, gemengde rivier en wadi) beschrijven en er voorbeelden bij noemen;
2. belangrijke kenmerken van rivieren in Nederland, het Midden-Oosten en China benoemen (zoals debiet, functie, begin- en eindpunt en soort rivier).
3. rivieren in NL, MO en China aanwijzen op een kaart en koppelen aan het juiste riviertype.

Check: hebben we (juist) geleerd?
Beantwoord de vraag op de laatste slide op je wisbordje!


Slide 17 - Slide

Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
Check: hebben we (juist) geleerd?
Beantwoord de vraag op je wisbordje

Welke combinatie is juist?






Slide 18 - Slide

Huiswerk
Leren: topografie MO en China

Lezen: bladzijde 170 + 171

Maken: bladzijde 172 + 173 vraag 1 + 3 + 4




Slide 19 - Slide