Project mediawijsheid les 3

1 / 17
next
Slide 1: Slide
MediawijsheidMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen in deze les

  • Je weet wat bronnen zijn. 
  • Je weet hoe je om moet gaan met verschillende bronnen. 
  • Je weet wat een bronvermelding is.
  • Je weet hoe je een bronvermelding moet maken.
  • Je weet dat het huiswerk  is : maken opdracht 3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een land waar je voor het eerst naartoe gaat.
A
een reisgids
B
een fictief boek dat zich daar afspeelt.

Slide 3 - Quiz

Een reisgids bevat feitelijke informatie  over een land of plek, terwijl de schrijver van een fictief boek dingen kan verzinnen die hij/zij in het boek verwerkt.
Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een specifieke politieke partij.


A
krantenartikel over die partij
B
een televisiespotje van die partij

Slide 4 - Quiz

Een krantenartikel bevat objectieve informatie en heeft niet als doel stemmen te werven voor een bepaalde politieke partij. Een televisiespotje van een politieke partij heeft als doel stemmen te werven voor deze politieke partij, het spotje zal dus altijd een positief beeld van de partij schetsen.
Bruikbaarheid 
van bronnen
Wil je informatie uit een bron gebruiken? Beantwoord dan eerst deze vragen:


  1. Wie is de maker van deze bron? 
  2. Waarom? Wat is het doel van deze bron?
  3. Waar heeft de schrijver/maker zijn informatie vandaan?
  4. Wanneer is deze bron voor het laatst gemaakt/bijgewerkt?
  5. Hoe ziet de bron eruit? Is alle informatie duidelijk en goed weergegeven?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke bronnen ken je vanuit onze opleiding?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Bronvermelding
Welke bronnen gebruik je?
Het moet voor de lezer van je verslag duidelijk zijn waar je de informatie vandaan hebt gehaald.

Plagiaat
Als je niet goed aangeeft dat je de tekst van een ander gebruikt kan dat leiden tot plagiaat. Het plegen van plagiaat kan je duur komen te staan.

Bronvermelding
Een lijst waarop alle websites, boeken, artikelen en dergelijke staan die je hebt gebruikt om informatie te verzamelen.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe zoekt Google?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Denk goed na over de kernwoorden die je gebruikt.
Zoek je nu echt waar je naar op zoek bent?


Bekijk het volgende voorbeeld maar eens
Je bent op zoek naar een auto van het merk Volkswagen en het type Kever en alleen in de kleur zwart.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

kernwoorden
zwarte kever
kernwoorden
Volkswagen Kever zwart

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe zoekt Google?
Als jij in Google intypt: mevrouw Van der Wal dan gaat Google zoeken op de woorden:
  • mevrouw
  • Van
  • der
  • Wal

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gericht zoeken
Wil je heel gericht zoeken dan moet je gebruik maken van aanhalingstekens ( " ):

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf hier je naam voor aanwezigheid.

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Zoekresultaten filteren
Google heeft de mogelijkheid om zoekresultaten te filteren. Je kan zo gerichter zoeken, bijvoorbeeld op informatie die niet ouder is dan een week.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Doelen in deze les

  • Je weet wat bronnen zijn. 
  • Je weet hoe je om moet gaan met verschillende bronnen. 
  • Je weet wat een bronvermelding is.
  • Je weet hoe je een bronvermelding moet maken.
  • Je weet dat het huiswerk  is : maken opdracht 3

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel eenden heb je gezien?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions