Samen Lezen 1 t/m 3 vragen

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Kaasdorp is een gemeente in ...................................?

1. Drenthe
2. Overijssel
3. Zuid-Holland
4. Limburg

Wat doet meneer Kok?

1. Hij is bakker.
2. Hij is docent.
3. Hij is loodgieter.
4. Hij is met pensioen.

Waar of niet waar.
Buiten het dorp is een kaasfabriek.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
In het huis Julianastraat nummer 3 komen nieuwe bewoners.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Meneer Kok is niet nieuwsgierig.

1. Waar
2. Niet Waar

Wat zit er in de verhuiswagen?

1. Dozen
2. Boom
3. Oven
4. Keuken

De nieuwe bewoners hebben kinderen:

1. 2 jongens en 2 meisjes.
2. 3 jongens en 1 meisje.
3. 1 jongen en 3 meisjes.
4. 4 jongens.

Uit welk land komen de nieuwe bewoners?

1. Eritrea
2. Somalië
3. Kenia
4. Syrië

Waar of niet waar?
De nieuwe bewoners van Julianastraat 3 heten: Nimo en Omar?

1. waar
2. Niet waar

De nieuwe familie wil een feest geven. Wie willen ze uitnodigen?

1. Meneer Kok
2. De hele straat
3. de familie Bakker en de familie Bos
4. Farid en Sara Benali