oefenen PWW 2 h

le test
- Leer alle woordjes van section D & E p. 77-79 (F-N)

- leer ALLEEN de contraires van p. 77 & 79 (ook SCHRIJVEN!)
- leer de regelmatige werkwoorden op -er (p. 57)
- leer alle onregelmatige werkwoorden être, avoir, aller, faire, pouvoir & vouloir op p. 60 (ook de vertaling!!!)
- herhaal de ontkenning (p. 92)
- leer het aanwijzend voornaamwoord op p. 51
                       > achteraan deze presentatie tips, tricks en links





1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

le test
- Leer alle woordjes van section D & E p. 77-79 (F-N)

- leer ALLEEN de contraires van p. 77 & 79 (ook SCHRIJVEN!)
- leer de regelmatige werkwoorden op -er (p. 57)
- leer alle onregelmatige werkwoorden être, avoir, aller, faire, pouvoir & vouloir op p. 60 (ook de vertaling!!!)
- herhaal de ontkenning (p. 92)
- leer het aanwijzend voornaamwoord op p. 51
                       > achteraan deze presentatie tips, tricks en links





Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Cet exercice est très ...! Est-ce que tu veux m'aider?
fâché - facile - dernier - difficile

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

2. Paul n'est pas à l'école. Je pense qu'il est ...
(surpris - malade - beau - difficile

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

3. ... filles sont très belles.
ce-cet-cette-ces

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

4. ... hôtel est loin de Paris.
ce-cet-cette-ces

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

5. Nous n(e) ... pas à Paris.
(choisis: ALLER, AVOIR, FAIRE et donne la bonne forme!)

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

6. Sarah et Paul ... un professeur très gentil.
(aller, avoir, être)

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

7. Est-ce que TU AS un grand oiseau orange à la maison?
NON, ...

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

8. Est-ce que VOUS ÊTES fâchés maintenant?
NON, ...

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

9. écris la bonne forme du verbe en -er
Nous ... (donner) un cadeau au professeur.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

10. écris la bonne forme du verbe en -er
Mes parents ... (marcher) à l'école.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

11. écris le contraire de: COURTE

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

12. écris le contraire de: continue

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

tips 1
- Leer alle woordjes met plaatjes via Quizlet (links op volgende slide).
- Vul de contraires in in Quizlet en oefen ook met spelling.
-oefen de werkwoorden via verbuga.eu. Oefen tot je één ww kent en ga dan pas door met de volgende. Leer steeds één ww tot je het kent.
- Oefenen met de ontkenning (+ de contraires) kan via de volgende Forms-link (10 vragen)
- weet je nog dat woorden op -e/ion vaak vrouwelijk zijn en op -e/de rest meestal mannelijk? Meervoud herken je aan -s/-x. En let op de klinkerbotsing bij ce  (> cet)





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

vebuga.eu
suivant = volgende
aide = hulp
timer
8:00
links Quizlet
https://quizlet.com/_5mcwkg ( = les mots de Section D avec images)



https://quizlet.com/_62353l ( = les mots de Section E avec images: première partie)
https://quizlet.com/_89dou6?x=1qqt&i=1db6yi (voca cya section E exercices)
https://quizlet.com/_6diiz5 (=les mots de Section E avec images: deuxième partie)
https://quizlet.com/_5hlbgs ( = les 30 contraires deuxième année)


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

oefening met invullen woordjes in zin
https://quizlet.com/nl/499484670/vocabulaire-cya-section-e-exercice-flash-cards/?x=1qqt

Slide 17 - Slide

This item has no instructions