Week 41 en 42 1a mentorles: Wilskracht

Les 1: Wat is wilskracht? 
Wat heb je voor deze les nodig? 
1. Laptop
2. Pen
3. Aandacht
1 / 36
next
Slide 1: Slide
MentorlesStudievaardigheden+1Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 1: Wat is wilskracht? 
Wat heb je voor deze les nodig? 
1. Laptop
2. Pen
3. Aandacht

Slide 1 - Slide

Module inzicht: Je kunt invloed uitoefenen op je eigen gedrag.

Les inzicht: Je wilskracht kan op raken. Daarom is het handig om dingen voor elkaar te krijgen zonder dat deze veel wilskracht kosten. Iets wat weinig wilskracht kost is een gewoonte. Van onze gewoontes kunnen we leren hoe we dingen met minder wilskracht kunnen doen. 

Leerdoelen
In deze lessen leer je...
  • Dat je niet onbeperkt wilskracht hebt

  • Welke trucjes je kan gebruiken om minder wilskracht nodig te hebben

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Extra informatie
De check is er om de huidige aanpak van de leerlingen te ontdekken. Het kan een vraag, opdracht of test zijn en er zijn geen goede of foute antwoorden. Het is puur om te ontdekken welke strategieën of technieken de leerlingen nu gebruiken.
Een voorbeeld van een check is te vinden op pagina 9 van het slim jezelf zijn boek. Meer informatie is te vinden in de quickstart guide

Wat vind jij vaak lastig om
te doen?
Op tijd komen
Aan mijn planning houden
Mijn telefoon wegleggen
Vroeg opstaan
Sporten
Mijn kamer opgeruimd houden
Op tijd beginnen met leren
Gezondere leefstijl te realiseren
Minder gamen
Anders, namelijk....

Slide 4 - Poll

  • Wijs de leerlingen erop dat er maar één antwoord kan worden gegeven, dus dat ze het antwoord aanklikken dat ze het lastigst vinden.


Hoe denk je dat dit komt?

Slide 5 - Open question

  • Laat de leerlingen hun antwoorden, die ze of in het boek of op het werkblad hebben opgeschreven, met elkaar te delen. 

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze zelf kiezen of ze iets willen en wat ze willen met de opgedane ervaring. Voor meer informatie over het ervaren kan je kijken op pagina 12 en 13 van het slim jezelf zijn boek of lezen over het ervaren in de quickstart guide.

Waarvan wil je dat het minder
wilskracht kost? (Kies 1 ding)

Slide 8 - Open question

  • Laat de leerlingen hun antwoorden, die ze of in het boek of op het werkblad hebben opgeschreven, met elkaar te delen. 


Tip 1: herinner jezelf

Je omgeving heeft veel invloed op je
gedrag. Je kan jezelf een duwtje
in de goede richting geven door
jezelf slim te herinneren aan een taak.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De les van vandaag:
Herinner jezelf!
  1. Hoe ga jij jezelf herinneren aan dat duwtje in de goede richting?
  2. Ben je klaar? Doe iets voor jezelf in stilte

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Les 2: Nudgen
Wat heb je voor deze les nodig? 
1. Laptop
2. Pen
3. Aandacht

Slide 11 - Slide

Module inzicht: Je kunt invloed uitoefenen op je eigen gedrag.

Les inzicht: Je wilskracht kan op raken. Daarom is het handig om dingen voor elkaar te krijgen zonder dat deze veel wilskracht kosten. Iets wat weinig wilskracht kost is een gewoonte. Van onze gewoontes kunnen we leren hoe we dingen met minder wilskracht kunnen doen. 

Leerdoelen
In deze lessen leer je...
  • Dat je niet onbeperkt wilskracht hebt

  • Welke trucjes je kan gebruiken om minder wilskracht nodig te hebben

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij nog over wilskracht?

Laten we het filmpje nog een keer bekijken!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions



Slim je gedrag veranderen


In het volgende filmpje zie je een
voorbeeld van nudgen

Slide 15 - Slide

  • Klik de slide verder naar het volgende filmpje.

Slide 16 - Video

  • Speel het filmpje af.


Nudgen

Nudgen is een duwtje in de goede 
richting geven. Het kan alles 
zijn waardoor mensen ander 
gedrag laten zien dan ze 
normaal zouden doen. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Wat kan jij gebruiken als nudge of
herinnering?

Slide 18 - Open question

  • Laat de leerlingen hun antwoorden, die ze of in het boek of op het werkblad hebben opgeschreven, met elkaar te delen. 


Tip 2: Maak het leuk

Als iets leuk is, kost het minder
wilskracht om te doen. 
Zelfs dingen waar je geen zin in hebt
kan je vaak leuker maken. 

Slide 19 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Denk terug aan het voorbeeld van tandenpoetsen. Het zien van je tandenborstel herinnert je eraan dat het poetsen van je tanden zorgt voor een lekkere frisse adem. Die gedachte maakt het makkelijker om het ook echt te gaan doen. Wanneer je iets moet doen waarbij de actie langer duurt, minder leuk is of de beloning nog niet zo duidelijk en direct is helpt het om wat je wilt of moet doen zo leuk mogelijk te maken voor jezelf.
Bijvoorbeeld: Wanneer je je huiswerk gaat maken met lekkere snacks erbij en leuke muziek is dat vooruitzicht al een stuk fijner en vergroot je de kans dat je het ook echt gaat doen.
Wat kan jij doen om wat je
moet doen leuker te maken?

Slide 20 - Mind map

Extra informatie
Enkele voorbeelden: 
  • lekker eten tijdens het huiswerk maken.
  • samen huiswerk maken met vrienden
  • maak er een wedstrijdje van: wie het eerst het boek uit heeft!


Tip 3: maak het makkelijk

Om echt aan de slag te gaan met dat 
wat je wilt of moet doen is het 
belangrijk dat het makkelijk is 
om te beginnen. 


Slide 21 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Bij deze stap gaat het om het voor jezelf zo makkelijk mogelijk te maken om aan de slag te gaan. Mensen zijn van nature namelijk geneigd om te kiezen voor de makkelijkste optie. 



Hoe minder stappen je hoeft te zetten, 
hoe makkelijker je kan beginnen  

Slide 22 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie: 
Uit onderzoek is gebleken dat mensen eerder geneigd zijn om de weg van de minste moeite te nemen, indien de beloning vergelijkbaar is. Dit fenomeen wordt ook wel de "Law of least effort" genoemd. Het is dus niet gek dat wanneer je thuis bent gekomen en op de bank ploft je eerder geneigd bent om nog even een serie te kijken dan op te staan en al je schoolwerk erbij te pakken. Het helpt daarom om het gewenste gedrag zo laagdrempelig mogelijk te maken. 



Zorg bijvoorbeeld dat alles al klaarligt
wanneer je wilt gaan leren


      


      
     Je hoeft dan alleen nog te gaan zitten!     

Slide 23 - Slide

This item has no instructions



De 2-minuten challenge

Begin met een kleine stap:  ga twee 
minuten aan de slag met dat wat je 
wilt of moet doen!

Slide 24 - Slide

  • Leg de informatie die hieronder staat aan de leerlingen uit.
Extra informatie
Hele uitdagende doelen passen vaak niet bij het kiezen van de makkelijkste weg: wanneer je besluit dat je in de middag een verslag wilt schrijven is dat best een opgave. Soms is de opgave zo groot, dat je het uitstelt om er aan te beginnen. In dit geval helpt het om de doelen een stuk kleiner te maken. Dit is wat je bij de 2-minuten challenge ook doet: in plaats van dat je in één keer een heel verslag gaat schrijven, zeg je tegen jezelf: ik ga minimaal twee minuten aan de slag en daarna mag ik er zelf voor kiezen om te stoppen of om door te gaan. Zo ga je makkelijker aan de slag!
Les 3: Wat is wilskracht? 
Wat heb je voor deze les nodig? 
1. Laptop
2. Pen
3. Aandacht

Slide 25 - Slide

Module inzicht: Je kunt invloed uitoefenen op je eigen gedrag.

Les inzicht: Je wilskracht kan op raken. Daarom is het handig om dingen voor elkaar te krijgen zonder dat deze veel wilskracht kosten. Iets wat weinig wilskracht kost is een gewoonte. Van onze gewoontes kunnen we leren hoe we dingen met minder wilskracht kunnen doen. 
Wat weet jij nog over nudgen?

Laten we het filmpje nog een keer bekijken!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

  • Speel het filmpje af.


Nudgen

Nudgen is een duwtje in de goede 
richting geven. Het kan alles 
zijn waardoor mensen ander 
gedrag laten zien dan ze 
normaal zouden doen. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions



Het werkt ook andersom! 


Zorg dat de dingen die je afleiden 
lastiger worden om te doen. Zet je 
telefoon bijvoorbeeld uit als je 
gaat leren. 

Slide 29 - Slide

Extra informatie
Wanneer gedrag wat we normaal gesproken makkelijk vinden om uit te voeren lastiger wordt, zijn we minder snel geneigd om dat te gaan doen. Voor de dingen die we snel geneigd zijn om te doen maar liever niet willen doen, helpt het dus om juist stappen toe te voegen. Wanneer je bijvoorbeeld minder TV wilt kijken kan het helpen om de batterijen uit de afstandsbediening te halen, zo kost het opeens een stuk meer moeite om TV te kijken. 


Schrijf 2 dingen op die je kan doen
om ongewenst gedrag lastiger te maken

Slide 30 - Open question

  • Leg uit dat het dus gaat om 3 dingen die je kunt doen om het lastiger te maken om slechte gewoontes uit te voeren. 
Extra informatie
Belangrijk hierbij is dat de leerlingen dingen opschrijven die de drempel juist verhogen. Het zorgt ervoor dat het lastiger wordt om slechte gewoontes uit te voeren. 
Enkele voorbeelden:
  • Een social media app van je telefoon verwijderen zodat het meer moeite kost om een dat medium te gebruiken. 
  • De batterijen uit de afstandsbediening van de TV halen zodat het meer moeite kost om de TV aan te zetten. 
  • Je telefoon in ergens opbergen in een andere kamer, zodat het meer moeite kost om op je telefoon te kijken. 


Tip 4: beloon jezelf

Een beloning maakt het uitvoeren van 
je gewoonte leuker en stimuleert je 
om het nog een keer te gaan doen.

Slide 31 - Slide

Extra informatie
Wanneer je een beloning krijgt komt er een stofje vrij in je hersenen genaamd 'dopamine'. Dopamine zorgt ervoor dat we ons gelukkig en beloond voelen. Het komt vrij wanneer je bijvoorbeeld iets lekkers eet of iets leuks doet met je vrienden. 
Als je jezelf direct beloont nadat je iets hebt gedaan wat je wilde doen, zorgt dit ervoor dat je dit geluksgevoel de volgende keer weer wilt ervaren en datgene wat je wilde doen ook blijft doen.
Wat zou voor jou een
goede beloning zijn?

Slide 32 - Mind map

  • Brainstorm met de klas over beloningen.
  • Laat de leerlingen zoveel mogelijk beloningen voor zichzelf bedenken en delen.
Extra informatie
Er zijn twee dingen belangrijk bij het bedenken van een goede beloning. Ten eerste is het belangrijk dat de beloning op korte termijn gegeven kan worden na het gedrag. Als tweede is het belangrijk dat de beloning speciaal voelt en niet iets is wat de leerling toch al zou doen/krijgen.

Herhaling - Alle tips:
  1. Herinner jezelf
  2. Maak het leuk
  3. Maak het makkelijk
  4. Beloon jezelf 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

Extra informatie
Mijn experiment is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren. De invulpagina in het slim jezelf zijn boek aan het eind van elke module (bijv pagina 160 voor de module motivatie) geeft hiervoor handvatten. Op pagina 16 van het slim jezelf zijn boek staat een voorbeeld van een experiment. Ook kan je lezen over mijn experiment in de quickstart guide.


Wat wordt jouw experiment?

Slide 35 - Open question

  • Benoem dat het belangrijk is om het zo concreet mogelijk te maken. 
  • Vraag een aantal leerlingen of ze hun experiment willen toelichten. 
  • Wanneer een experiment nog niet zo concreet is kan je er op doorvragen. ("Wat ga je doen?", "Wanneer ga je het doen?", "Wat is de eerste stap?")

Wat vond je interessant aan deze
les? / Welke tip neem je mee?

Slide 36 - Open question

  • Laat de leerlingen hun antwoorden, die ze of in het boek of op het werkblad hebben opgeschreven, met elkaar te delen.