English basics Lesson 3 : telling time

English basics - telling time

Our goal today

Talk about a picture.

Telling time.

The English SHIT rule.

Pearson Speakout

Telling time

Goofy has to watch over the animals.

Tell me: 

What time is it 

on clock number 1, 2, 3 and 4?

At what time will he check again? (what time is it on clock number 5)

12.15 - 16.15 - 18.15 - 19.15 - 19.45.

De tijd halveert elke keer:

Tussen 1 en 2 zit vier uur.

Tussen 2 en 3 zit twee uur.

Tussen 3 en 4 zit een uur.

Tussen 4 en 5 zit dan een half uur.

Clock number 5 = a quarter to eight.

Think

25 seconds

Talk 

25 seconds

Op de volgende pagina zie je een foto.

- Je mag 25 seconden nadenken.

- Daarna geef ik een beurt.

- Je praat 25 seconden Engels over de foto.

TIP:

• tellen
• kleuren noemen
• waar in het plaatje

Think

25 seconds

Talk 

25 seconds

What time is it?

1. Five minutes to twelve.
2. Eleven o'clock.
3. Twelve o'clock.
4. Five minutes past eleven.

What time is it?

1. A quarter past two.
2. Fifteen minutes past two.
3. Ten minutes past three.
4. Ten minutes after three.

What time is it?

1. Half past four.
2. Half to five.
3. Half past five.
4. Half to six.

What time is it?

What time is it?

What time do you hear?

ik	werk	I	I work
jij	werkt	you	You work
zij hij het	werkt	she he it	S he work s H e work s It work s
wij	werken	we	We work
jullie	werken	you	You work
zij	werken	they	They work

Werkwoorden tegenwoordige tijd

Pearson Speakout : lesson 1B