3 basis - § 3.3 lenzen

• Nask / Techniek
• MBO
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

3 basis - § 3.3 Lenzen

Een bolle lens is in het midden ......... dan aan de rand

1. Dunner
2. Dikker

Een andere naam voor bolle lens is:

1. Positieve lens
2. Negatieve lens

Welke lenzen zijn positieve lenzen?

1. 1,3,4 en 6
2. 1,3,4,5 en 6
3. 1,3 en 6
4. alleen 2

De afstand van het midden van de lens tot het brandpunt F heet de ......

1. Brandpunt
2. Hoofdas
3. Brandpuntsafstand

De lijn die door het midden van de lens gaat en loodrecht op de lens staat heet de ............

1. Brandpunt
2. Hoofdas
3. Brandpuntsafstand

Welke lens is de sterkste lens?

1. Lens A
2. Lens B
3. Lens C

De brandpuntsafstand van de sterkste lens is het

1. Kleinst
2. Grootst

Welke lens is de zwakste lens?

1. Lens A
2. Lens B
3. Lens C

Hoe boller de lens, hoe .....................
de brandpuntsafstand.

1. Kleiner
2. Groter

Een holle lens is in het midden ...............
dan aan de rand.

1. Dikker
2. Dunner

Een andere naam voor holle lens is
..............

1. Positieve lens
2. Negatieve lens

Negatieve lenzen hebben een .................
werking.

1. Divergerende
2. Convergerende

In figuur 17 is schematisch getekend hoe zes lenzen het licht afbuigen.

Geef aan bij elke lens + als de lens positief is en − als de lens negatief is.

+

-

Welke lenzen zijn positieve lenzen?

1. Lens B,D en G
2. Lens A, D en F

Maak 

Opdracht 14 (blz 168)

Uitwerking 14