HNE Duits V2 K3, L4: schreiben, Lieblingsfach

Dienstag 6. Februar 2024
Woche 6  - Winter
Herzlich willkommen 
im Deutschunterricht
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dienstag 6. Februar 2024
Woche 6  - Winter
Herzlich willkommen 
im Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
- Aktuelles
- Sprechen: was ist dein Lieblingsfach?
- Satzanalyse
- Prüfung überprüfen

Slide 2 - Slide

Slide 4 - Video

Was ist dein Lieblingshobby? Oder hast du mehrere?
benutze die Wörter aus dem Song / Lernliste (Seite 141) 
(bilde einen Satz = maak een hele zin)
Am liebsten mache ich....
Mein Lieblingshobby ist ... 
Meine Lieblingshobbys sind ... und ...
Ich mag ...
  

Slide 5 - Slide

Satzanalyse!
Wie war es nochmal
1. 3. 4. Fall?

Slide 6 - Slide

1e naamval
3e naamval
4e naamval
onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
wie/wat  + gezegde?
wie/wat  + gezegde + o
aan/voor wie/wat  + gezegde + o + lv

Slide 7 - Drag question

Naamvallen


Stappenplan 
  1. Zoek het gezegde                                                    
  2. Zoek het onderwerp (1e nv.)                                
  3. Zoek het lijdend voorwerp (4e nv.)                    
  4. Zoek het meewerkend voorwerp (3e nv.)       
Ich kaufe dir ein Brötchen

Slide 8 - Slide

Naamvallen


Stappenplan 
  1. Zoek het gezegde                                                    
  2. Zoek het onderwerp (1e nv.)                                
  3. Zoek het lijdend voorwerp (4e nv.)                    
  4. Zoek het meewerkend voorwerp (3e nv.)       
Der Mann hat ein Auto gemietet

Slide 9 - Slide


Het onderwerp staat in de ….
A
eerste naamval.
B
tweede naamval.
C
derde naamval.
D
vierde naamval.

Slide 10 - Quiz


Het meewerkend voorwerp staat in de ….
A
eerste naamval.
B
tweede naamval.
C
derde naamval.
D
vierde naamval.

Slide 11 - Quiz


Het lijdend voorwerp staat in de ….
A
eerste naamval.
B
tweede naamval.
C
derde naamval.
D
vierde naamval.

Slide 12 - Quiz

Zinsontleding:
Emma kauft ein Buch
A
Emma is onderwerp
B
Emma is lijdend voorwerp
C
Emma is meewerkend voorwerp
D
Emma is weg

Slide 13 - Quiz

Das Mädchen mag Pommes.
Wat is het onderwerp?
A
Das Mädchen
B
Pommes

Slide 14 - Quiz

Anita spielt gerne mit ihrer Freundin Anja.
Wat is in deze zin "Anita"?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 15 - Quiz

Mark gab (gaf) ihm ein Geschenk.
Wat is in deze zin "ihm"?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 16 - Quiz

Snap je het?
ja
nee
Vooruit, een beetje dan

Slide 17 - Poll

Hausaufgaben
Machen Übung 13 und 14, S. 125 + 126
timer
3:00

Slide 18 - Slide

Prüfung überprüfen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Was ist dein Lieblingsfach?
und welches Fach findest du blöd?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video