3.5 Het immuunsysteem

Thema 3.5 Het immuunsysteem
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.
Stop je telefoon in je tas.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 3.5 Het immuunsysteem
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.
Stop je telefoon in je tas.

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les
Ho-Chi-Wa

Kort herhalen: Uitscheiding en nieren

Uitleg BS 5: het immuunsysteem

Slide 2 - Slide

De nierslagader: loopt deze naar je nieren toe of van je nieren af?
A
naar je nieren toe
B
van je nieren af

Slide 3 - Quiz

Wat is/zijn geen functie van de nieren?
A
Overtollige stoffen zoals water, zouten en vitamines verwijderen
B
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen verwijderen
C
Overbodige afvalstoffen zoals CO2 verwijderen
D
Afbraakproducten vanuit de lever zoals ureum verwijderen

Slide 4 - Quiz

Nieren
A
Nierschors: zitten miljoenen filtertjes
B
Niermerg: zitten miljoenen filtertjes
C
Nierbekken: zitten miljoenen filtertjes
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

Immuunsysteem
Leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
- Je kunt beschrijven op welke manier immuniteit ontstaat
- Je kunt beschrijven wat er aan de hand is bij een allergie

Slide 6 - Slide

Eerste fase van afweer

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Specifieke afweer
Witte bloedcellen maken antistoffen die zich binden aan het antigen van de ziekteverwekker.
Specifiek: Één type antistof kan zich binden aan één type antigen.

Slide 9 - Slide

Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof 2 ziekteverwekker 3 antigeen
B
1 antigeen 2 ziekteverwekker 3 antistof
C
1 ziekteverwekker 2 antistof 3 antigeen
D
1 antigeen 2 antistof 3 ziekteverwekker

Slide 10 - Quiz

Wat is het eerste barrière van de aspecifieke afweer?
A
Een ontsteking
B
Macrofagen
C
Huid/slijmvliezen
D
Lymfocyten

Slide 11 - Quiz

Antigeen of antistof?
Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam heeft een...
A
antigeen
B
antistof

Slide 12 - Quiz

Antigenen of antistoffen?
...... zijn specifiek gericht tegen één bepaalde ziekteverwekker.
A
antigenen
B
antistoffen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Vaccineren

Slide 15 - Slide

Vaccinatie overzicht

Slide 16 - Slide

Vaccineren is een voorbeeld van
A
Actieve immuniteit
B
Natuurlijke immuniteit
C
Passieve immuniteit
D
Kunstmatige immuniteit

Slide 17 - Quiz

Zijn vaccinaties gevaarlijk?
Kort antwoord: Nee. 

Lang antwoord: Nee, ze zijn zorgvuldig getest en onderzocht. Maar net als heel veel andere stoffen kun je er bijvoorbeeld een allergische reactie op krijgen. 


Slide 18 - Slide

Allergische reactie
  • Allergie= overgevoelig voor een bepaalde stof
  • Afweersysteem/ Immuunsysteem reageert erop: Rode plekken, uitslag, jeuk, branderig gevoel en ontstekingen.
  • Anafylactische reactie: dikke lippen, benauwd -> acuut gevaarlijk!

Slide 19 - Slide

Wat is een allergie?
A
Een reactie van het immuunsysteem op een ongevaarlijke stof
B
Een vorm van immunisatie
C
Een erfelijke afwijking in het immuunsysteem
D
Een ander woord voor anafylactische shock

Slide 20 - Quiz

Wat is een auto-immuunziekte?
A
een allergische reactie op een lichaamsvreemde stof
B
niet specifieke afweer van de huid en slijmvliezen
C
witte bloedcellen die eigen cellen aanvallen

Slide 21 - Quiz

Wat kan er gebeuren bij iemand met een pinda allergie?
A
Rode huiduitslag en koorts
B
Opgezwollen slijmvliezen en tong
C
Rode ogen en jeukbultjes

Slide 22 - Quiz

Werktijd
- Ga rustig aan de slag met de opgaven van 3.5. Je mag fluisterend overleggen.
- Klaar me de opgaven? Oefen met flitskaarten, de "test jezelf" of op www.biologiepagina.nl

Slide 23 - Slide