6.2 relaties

WELKOM BIJ Food and Health!
1. Boek B op de hoek van je tafel
2. etui/pen op de hoek van de tafel 
3. telefoon pakken en LessonUp openen
4. Telefoon plat op de tafel
5. Jas uit en aan de kapstok
timer
3:00
Fijn dat je er bent!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM BIJ Food and Health!
1. Boek B op de hoek van je tafel
2. etui/pen op de hoek van de tafel 
3. telefoon pakken en LessonUp openen
4. Telefoon plat op de tafel
5. Jas uit en aan de kapstok
timer
3:00
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Slide


Thema 6 Ecologie
Hfd. 6 Ecologie en Duurzaamheid
6.1 Relaties

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling relaties 
Uitleg kringlopen 
Fact Check Kringlopen
Opdrachten maken
Exit Ticket
Je kunt uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn
Je kunt de kringloop van stoffen beschrijven.
Je kunt aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet

Slide 3 - Slide

Dit beest is een
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 4 - Quiz

Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
muis->slang-> uil
C
gras->konijn-> havik-> vos
D
uil->slang->muis->gras

Slide 5 - Quiz

Een pijltje in een voedselketen betekent:
A
Wordt gegeten door
B
Eet het volgende organisme

Slide 6 - Quiz

Voedselrelaties
Konijn eet gras: planteneter
Hert eet ook gras: planteneter
Vos eet konijn: vleeseter
Wezel eet ook konijn: vleeseter
Reiger eet vis: vleeseter
Ijsvogel eet ook vis: vleeseter

Slide 7 - Slide

Voedselketen = elke soort is voedsel voor een andere soort

Slide 8 - Slide

Voedselweb= meerdere voedselketens door elkaar

Slide 9 - Slide

Afvaleters= eten dode resten van planten en dieren. Horen niet in een voedselweb, want hierin staan alleen levende organismen. 

Slide 10 - Slide

voedselweb
als je in een levensgemeenschap meerde voedselketens hebt kan je deze samenvoegen dit noem je een voedselweb.

de pijl wijst naar degene die de ander op eet

Slide 11 - Slide

Producenten
Zijn altijd planten

Waarom producenten? Planten maken hun eigen voedsel en hoeven dus niet te eten

Slide 12 - Slide

Consumenten
 dit zijn alle dieren
zij consumeren (eten) de producenten
Eten zij alleen planten dan zijn het planteneters
Eten zij alleen dieren dan zijn het vleeseters
Eten zij planten en dieren zijn het alleseters

Slide 13 - Slide

afvaleters
Afvaleters voeden zich met dode planten en dieren

Slide 14 - Slide

reducenten
niet alle planten en dieren worden gegeten. Als deze dood gaan eten de afvaleters de resten op. 
bacterieen en schimmels kunnen de omgezetten stoffen weer omzetten in stoffen die planten weer kunnen gebruiken.

bacterien en schimmels noemen de reducenten (ze reduceren iets).

dit is belangrijk voor de kringloop van stoffen

Slide 15 - Slide

Waar horen mensen bij?
A
alles-eters
B
vlees-eters
C
planten-eters
D
mee-eters

Slide 16 - Quiz

Onder welke groep vallen afval-eters?
A
Consumenten
B
Producenten
C
Reducent

Slide 17 - Quiz

Consumenten
Afvaleters
Reducenten
Producenten

Slide 18 - Drag question

Exit Ticket

Slide 19 - Slide

Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 20 - Quiz

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 21 - Quiz


Wie zijn de producenten van de voedselkringloop
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 22 - Quiz