1.2 Je omgeving ontdekken

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 20



1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 20



Slide 1 - Slide


Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 1.2.
Kun je de leerdoelen hiernaast uitleggen?

Uitleg 
Opdrachten 
Afsluiting 

Leerdoelen 1.2 Je omgeving ontdekken

- Je kunt uitleggen wat een organisme is.
- Je kunt organismen bekijken met een loep en een microscoop.
- Je kunt een duidelijke tekening maken.
- Je kunt de kenmerken van een organisme noemen.
- Je kunt de naam van een organisme opzoeken. 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

1.2 - Je omgeving ontdekken

Slide 3 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken

Biologie gaat over alles wat leeft (leer van het leven)

Organisme = alles wat leeft


Organismen kun je waarnemen (kijken, ruiken, voelen, horen en soms zelfs proeven)

Als je waarneemt, dan kijk je naar de kenmerken = eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen. 

Slide 4 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken

Beschrijving= de belangrijkste eigenschappen, kenmerken van een organisme opschrijven  


  • Je kunt iets zien met het blote oog
  • soms heb je een vergrootglas nodig om iets goed te bekijken: een (stereo)loep/binoculair
  • Als je iets niet met het blote oog kunt zien heb je een microscoop nodig.





Slide 5 - Slide

Preparaat maken

Benodigdheden:
  • voorwerpglas/objectglas
  • dekglaasje

objectglas + dekglas + object = preparaat

Slide 6 - Slide

Tekening maken

2 soorten tekeningen:
natuurgetrouw: je tekent precies wat je ziet
schematische tekening: je tekent alleen de belangrijkste onderdelen/basislijnen, je mag GEEN kleur gebruiken

Slide 7 - Slide

Doorsneden
lengte

Slide 8 - Slide

Tekenregels
Links:
- titel
- schematisch of natuurgetrouw
- aanzicht en vergroting

Rechts: 
naam, klas en datum

Strakke lijnen (niet schetsen), alleen tekenen wat je ziet!!!

Slide 9 - Slide

Onderdelen microscoop

Je moet de onderdelen kunnen aanwijzen, benoemen en de functie ervan kennen.

Oefenen kan op:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Microscoop/microscoopoefenen.htm

Slide 10 - Slide

1.2 
Maken opdr 1 t/m 12
 
Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets: In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Leerdoelencheck 

Maak de volgende slides met vragen 
om te controleren of je de leerdoelen kent. 

timer
1:00

Slide 12 - Slide

Organisme is een ander woord voor levend wezen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

microscoop
Loep
onderdelen van cellen
onderdelen van organismen

Slide 14 - Drag question

Hiernaast zie je twee tekeningen.
Zijn deze tekeningen natuurgetrouw of schematisch?
A
1= schematisch 2 = schematisch
B
1=natuurgetrouw 2 = schematisch
C
1=schematisch 2=natuurgetrouw
D
1=natuurgetrouw 2 = natuurgetrouw

Slide 15 - Quiz

Buitenaanzicht
Dwarsdoorsnede

Lengtedoorsnede

Slide 16 - Drag question

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 25



Slide 17 - Slide


Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 1.2.
Kun je de leerdoelen hiernaast uitleggen?

Uitleg 
Opdrachten 
Afsluiting 

Leerdoelen 1.2 Je omgeving ontdekken

- Je kunt uitleggen wat een organisme is.
- Je kunt organismen bekijken met een loep en een microscoop.
- Je kunt een duidelijke tekening maken.
- Je kunt de kenmerken van een organisme noemen.
- Je kunt de naam van een organisme opzoeken. 
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Gewerveld of ongewerveld
Om achter de naam van een organisme te komen moet je op kenmerken letten.

Organismen zijn ingedeeld in groepen met gemeenschappelijke kenmerken. Bijvoorbeeld gewervelde en ongewervelde dieren.
                           



Slide 19 - Slide

Gewerveld of ongewervelde dieren
  • Gewerveld = Dieren met een wervelkolom (= ruggengraat)
  • Ongewerveld= Dieren zonder wervelkolom                               



Slide 20 - Slide

Determineren
Het opzoeken van een naam van een organisme noemen we determineren. 

Je gebruikt kenmerken om de naam van een plant of dier op te zoeken. 
Met behulp van een zoekkaartdetermineertabel of flora zoek je de naam op. 

Slide 21 - Slide

Zoekkaart
Met een zoekkaart kun je de namen van organismen die je niet kent opzoeken.


Kenmerk
Door de  belangrijkste eigenschappen van het organisme op de zoekkaart met ja of nee te beantwoorden vind je de naam van het organisme.

Slide 22 - Slide

Determineren 

Slide 23 - Slide

1.2 
Maken opdr 13 t/m 17 
 
Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets: In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Tekening maken 
Dwarsdoorsnede/ Lengtedoorsnede 

Slide 25 - Slide

Tekenregels
Links:
- titel
- schematisch of natuurgetrouw
- aanzicht en vergroting

Rechts: 
naam, klas en datum

Strakke lijnen (niet schetsen), alleen tekenen wat je ziet!!!

Slide 26 - Slide

Leerdoelencheck 

Maak de volgende slides met vragen 
om te controleren of je de leerdoelen kent. 

timer
1:00

Slide 27 - Slide

Tot welke groep horen de vissen, reptielen en zoogdieren?
A
Ongewervelde dieren
B
Gewervelde dieren
C
Dierenrijk
D
Schimmelrijk

Slide 28 - Quiz

Hoe noem je dieren met een wervelkolom?
A
gewervelde dieren
B
ongewervelde dieren
C
geleedpotigen
D
zoogdieren

Slide 29 - Quiz

Hoe noem je het opzoeken van de naam van een organisme
A
Opzoeken
B
Onderzoeken
C
Determineren
D
Benoemen

Slide 30 - Quiz