1. De molariteit van de tafelazijnoplossing is 6,7 · 10-1 mol L-1
2. Je mag ook zeggen: de molariteit van de oplossing is 6,7 · 10-1 molair of 6,7 · 10-1 M
3. [CH3COOH] = 6,7 · 10-1 mol L-1
Slide 2 - Slide
Rekenen met molariteit
molariteit = hoeveelheid opgeloste stof (mol)
volume oplossing (L)
Slide 3 - Slide
Rekenvoorbeeld 1
In 5,0 mL bloed van een patient met suikerziekte is 4,0 · 10-5 mol glucose aanwezig. Hoe groot is de molariteit van de glucose in het bloed van deze patient?
Slide 4 - Slide
Rekenvoorbeeld 2
Een bepaald merk schoonmaakazijn bevat 75 gram azijnzuur, CH3COOH, in 650 mL. Hoe groot is de molariteit van het azijnzuur in deze schoonmaakazijn?
Slide 5 - Slide
Rekenvoorbeeld 3
Je lost 25 g magnesiumchloride op tot 2,0 L oplossing.
a) Bereken de molariteit van de oplossing.
b) bereken de concentratie van de magnesiumionen en de chlorideionen.