9.1b Verdubbelingstijd en halveringstijd

Potlood + aantekeningen schrift
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Potlood + aantekeningen schrift

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

4c

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

8b

Slide 5 - Slide

Bekijk je eigen uitwerkingen goed.
Schrijf in je aantekeningen schrift wat er fout is gegaan.
H8 zit ook in TW2, dan maak je hopelijk niet dezelfde fouten.

Slide 6 - Slide

Maken 22
vierkant: 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20 + nakijken
cirkel: 11, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20 + nakijken
ster: 11, 14, 16, 17, 19, 20, 21 + nakijken
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Verdubbelingstijd en halveringstijd
  • De groei van een bevolking wordt vaak gegeven met een groeipercentage.
  • De sterkte van de groei is hiermee niet voor iedereen goed in te schatten.
  • Met de verdubbelingstijd krijg je een betere indruk van de groei.

Slide 8 - Slide

Verdubbelingstijd en halveringstijd
  • Bij een groei van 3,5% per jaar bereken je de verdubbelingstijd T door de vergelijking 1,035T = 2 op te lossen. 
  • Voer in y1 = 1,035x en y2 = 2.
  • De optie snijpunt geeft x ≈ 20,1.
  • Dus bij een groei van 3,5% per jaar is de verdubbelingstijd iets meer dan 20 jaar.

Slide 9 - Slide

Verdubbelingstijd en halveringstijd
De verdubbelingstijd is de tijd waarin een hoeveelheid verdubbelt bij exponentiële groei.
Bij groeifactor g bereken je de verdubbelingstijd T door de vergelijking g= 2 op te lossen.

Slide 10 - Slide

Verdubbelingstijd en halveringstijd
  • Bij exponentiële afname is het begrip halveringstijd van belang.
  • De halveringstijd is de tijd waarin de hoeveelheid gehalveerd wordt.
  • Bij groeifactor g bereken je de halveringstijd T door de vergelijking gT = 1/2 op te lossen.

Slide 11 - Slide

Verdubbelingstijd en halveringstijd
De halveringstijd is de tijd waarin een hoeveelheid halveert bij exponentiële groei.
Bij groeifactor g bereken je de halveringstijd T door de vergelijking gT = 1/2 op te lossen.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
a. Een hoeveelheid neemt jaarlijks met 12% af. Bereken de halveringstijd in maanden nauwkeurig.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
b. Van een hoeveelheid is de halveringstijd 15 jaar. Bereken met hoeveel procent de hoeveelheid per jaar afneemt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Aan het werk...
vierkant  23, 24, 25, 26, 27 + nakijken
cirkel  23, 24, 25, 26, 27 + nakijken
ster  24, 25, 26, 27, 28 + nakijken

Slide 25 - Slide

Huiswerk
vierkant  23, 24, 25, 26, 27 + nakijken
cirkel  23, 24, 25, 26, 27 + nakijken
ster  24, 25, 26, 27, 28 + nakijken
Je mag het inleveren via teams voor feedback

Slide 26 - Slide