Sturm und Drang

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Sturm und Drang 1765-1785

Friedrich Schiller 

Johann Wolfgang von Goethe

Das Balladenjahr 1797

1797 werken Schiller en Goehte intensief samen. Ze schrijven balladen. 

Ballade: is een gedicht/lied waarin een verhaal wordt verteld. Er zijn meerdere coupletten. Balladen zijn er ook om mensen te laten nadenken.

Ken je het land, waar de citroenen groeien

Ken je het land, waar de citroenen groeien,

In ‘t donker loof de gouden sinaasappels gloeien,

Een milde wind vanuit de blauwe hemel daalt,

De myrte rust, een lauwertak naar boven taalt?

Zeg, ken je het?

Daarheen! daarheen

Wil ik met jou graag gaan, mijn lief, meteen.

Ken je het huis? Zijn dak rust op een zuilenrij.

De eetzaal blinkt, de suite ligt er stralend bij,

En marmerbeelden overal – ze zien mij aan

Wat heeft men jou, och arme kind, gedaan?

Zeg, ken je het?

Daarheen! daarheen

Wil ik met jou graag gaan, mijn hoedster, nu meteen.

Ken je de berg, zijn nauwe, dichtbewolkte gang?

Het muildier zoekt zijn weg, voor mist noch nevel bang;

In de spelonk, daar woont het oude drakenbroed;

Het stoot de rots, daaroverheen de vloed!

Zeg, ken je het?

Daarheen! daarheen

Voert onze weg! O Vader, zo meteen!