1KBC - H3 - 10 december 2020

Stillezen
* Telefoon in de telefoontas
* Leesboek op tafel
* Laptop op tafel, maar wel dicht!

timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stillezen
* Telefoon in de telefoontas
* Leesboek op tafel
* Laptop op tafel, maar wel dicht!

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Zelfstandige LessonUp
In de volgende slides neem je nog een keer de uitleg door van de afgelopen lessen. 
De persoonsvorm, het onderwerp en de ik-vorm van een werkwoord komen aan bod.
Klik het niet door, maar lees ze nog eens  aandachtig!
Bekijk de filmpjes wanneer je dit nodig vindt.
Succes!

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je de persoonsvorm en net onderwerp van een zin vinden. 
Ook kun je de ik-vorm van een werkwoord schrijven.

Slide 3 - Slide

Hoe zat het ook alweer met de persoonsvorm?
De persoonsvorm vind je door:
De zin vragend te maken 
De zin in een andere tijd te zetten 
Meervoud of enkelvoud maken van de zin 

Slide 4 - Slide

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!!!!

Werkwoord?
= een doe-woord
Lopen, rennen, fietsen, huilen, eten, lachen, leren

Slide 5 - Slide

Maak je van de zin een vraagzin?
Denk eraan...
Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe zijn geen werkwoorden!
Dus checken door de tijdsproef te doen.

Slide 6 - Slide

Leg in het kort uit hoe jij de persoonsvorm vindt.

Slide 7 - Open question

Het onderwerp
Zo vind je het onderwerp
:


1. Zoek de persoonsvorm.
2. Vraag: wie of wat + persoonsvorm

Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Slide 8 - Slide

Wat is het onderwerp van onderstaande zin?

Waarom hebben jullie altijd zin in zomervakantie?
A
zomervakantie
B
waarom
C
hebben
D
jullie

Slide 9 - Quiz

De ik-vorm is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ‘ik’ komt te staan.
Zo schrijf je de ik-vorm van een werkwoord
:

Hele werkwoord: denken → 
ik denk → 
de ik-vorm van denken is denk

Hele werkwoord: slapen → 
ik slaap → 
de ik-vorm van slapen is slaap.

Slide 10 - Slide

LET OP!
De ik-vorm eindigt nooit op een v of een z:
- proeven → ik proef → de ik-vorm is proef
- reizen → ik reis → de ik-vorm is reis.


De ik-vorm eindigt nooit op twee dezelfde medeklinkers:
- bukken → ik buk → de ik-vorm is buk
- zetten → ik zet → de ik-vorm is zet
- schudden → ik schud → de ik-vorm is schud.

Slide 11 - Slide

Afmaken: 

H3 Taalverzorging
De ik-vorm van het werkwoord

Controleer ook de andere onderdelen van H3!


Extra oefenen

Trainen
* Taalverzorging 1
* Taalverzorging 2
* Taalverzorging: moeilijke woorden
* Woordenschat
Alles moet minimaal 80% zijn

Slide 12 - Slide