Leerdoelen 7.5 tweede keer oefenen

Leerdoelen 7.5 Ademen en eten bij dieren
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen 7.5 Ademen en eten bij dieren
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 7.5
Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en de vorm van het gebit van dieren.
• Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en het verteringsstelsel van dieren.
• Je kunt uitleggen hoe reptielen, vogels en zoogdieren ademhalen.
• Je kunt uitleggen hoe vissen ademhalen.
• Je kunt uitleggen hoe insecten ademhalen.
• Je kunt uitleggen hoe amfibieën ademhalen.

Slide 2 - Slide

Dit is het gebit van een
A
Alleseter
B
Vleeseter
C
Planteneter

Slide 3 - Quiz

In het gebit van een zeehond zitten snijtanden en scherpe kiezen. Ook heeft hij grote hoektanden. Bij welke groep dieren hoort een zeehond?
A
Alleseters
B
Vleeseters
C
Plantenetesr

Slide 4 - Quiz

Welk gebit zien
we hier?
A
Vleeseter
B
Planteneter
C
Alleseter

Slide 5 - Quiz

We vinden een gebit met knobbelkiezen. Wat voor voedsel vinden we in de maag?
A
Plantaardig
B
Dierlijk
C
Beide

Slide 6 - Quiz

De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.

Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
knobbelkiezen
D
plooikiezen

Slide 7 - Quiz

Wat weet je nog?
Type kiezen + wat eet het dier

Slide 8 - Open question

Een planteneter heeft
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 9 - Quiz

Wat is een kenmerk van de kiezen van een planteneter?
A
Scherpe kiezen waarmee het eten wordt doorgesneden
B
Plooien met harde richels van glazuur
C
Knobbelkieren om eten fijn te malen
D
Hoektanden om prooi mee te doden/vlees mee af te scheuren

Slide 10 - Quiz

Het verteringstelsel van een planteneter is ..... dan die van een vleeseter
A
even lang
B
korter
C
Langer

Slide 11 - Quiz

Waarom is het darmstelsel van een planteneter langer?
A
Planteneters hebben meer honger
B
Planteneters hebben meer ruimte voor darmen
C
Cellulose in celwand plant moeilijker verteerbaar
D
Planteneters hebben een trager metabolisme

Slide 12 - Quiz

Een ander woord voor een planteneter is een
A
Carnivoor
B
Plantivoor
C
Omnivoor
D
Herbivoor

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je een vleeseter?
A
Carnivoor
B
Omnivoor
C
Herbivoor

Slide 14 - Quiz

Het darmkanaal van een vleeseter is kort omdat?
A
de vleeseter slank moet zijn om te kunnen jagen
B
de vleeseter geen moeilijk verteerbare onderdelen hoeft te verteren
C
de vleeseter geen tijd heeft om rustig te eten. Het eten wordt snel afgepakt.
D
de vleeseter wel moeilijk verteerbare onderdelen moet verteren

Slide 15 - Quiz

Welk spijsverteringskanaalis van een planteneter?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B

Slide 16 - Quiz

planteneters
vleeseters
alleseters
herbivoor
carnivoor
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen
omnivoor

Slide 17 - Drag question

Vindt in kieuwen gaswisseling plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Waarmee wordt zuurstof in de kieuwen uit het water gehaald?
A
Kieuwplaatjes
B
Kieuwbogen
C
Kieuwspleten
D
Mond

Slide 19 - Quiz

Wanneer een vis 'inademt' staan de kieuwen
A
open
B
dicht
C
op een kier

Slide 20 - Quiz

Geef de naam van de organen
van de mossel die als taak
hebben om zuurstof uit het
water op te nemen.
A
Longen
B
Kieuwen
C
tracheen

Slide 21 - Quiz

Waarmee halen insecten adem?
A
kieuwen
B
tracheën
C
longen
D
huid

Slide 22 - Quiz

Volwassen amfibiën kunnen ademen met...
A
longen en kieuwen
B
Kieuwen en huid
C
Longen en Tracheën
D
Longen en huid

Slide 23 - Quiz

Hoe halen vogels adem?
A
tracheen
B
kieuwen
C
door hun huid
D
longen

Slide 24 - Quiz

Hoe ademen insecten?
Insecten hebben ademhalingsbuizen. Die heten tracheeën.
Die tracheeën komen uit in de huid.
Daar zie je gaatjes. Die heten stigma's.

- Achterlijf groter maken --> lucht met 
zuurstof wordt in tracheeën gezogen
- Achterlijf kleiner maken --> lucht met 
koolstofdioxide wordt naar buiten 
geperst

Slide 25 - Slide

Hoe noem je de kleine buisjes in het lichaam van een insect waarmee een insect adem kan halen?
A
Tracheeën
B
Stigma(ta)

Slide 26 - Quiz

Hoe heten de openingen in de huid van een insect?
A
Tracheeën
B
Stigma's
C
Bronchiën

Slide 27 - Quiz

Onderdeel A heet...
A
trachee
B
stigma

Slide 28 - Quiz

Onderdeel B heet...
A
trachee
B
stigma

Slide 29 - Quiz

Welk ademhalingsorganen heeft een insect zoals een bij?

Slide 30 - Open question

Reptielen
Amfibiën
(volwassen)
Zoogdieren
Vissen
Insecten
Kieuwen
Huid
Longen
Longen
Longen
Tracheeën

Slide 31 - Drag question

Tracheeën 
Kieuwen
Longen

Slide 32 - Drag question

Heb je de leerdoelen behaald?
Heb je veel vragen fout? Dan maak je de opdrachten die bij de leerdoelenkaart zit. 

Slide 33 - Slide