Les 2 PWA

Fase 2: 'Praktische werkzaamheden afstemmen'
Lesweek 2: herhaling introductie op de module + overlegvormen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Fase 2: 'Praktische werkzaamheden afstemmen'
Lesweek 2: herhaling introductie op de module + overlegvormen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma: les 2 - deel 1
1.   AWR 
2.  Korte Energizer 
3.  (Huis)werk bespreken en terugblik
4.  Lesdoelen 
5.  Vragenronde 

6. Theoretisch gedeelte: Overleg(vormen) 

7. Aan de slag opdracht 1 + 2 


Slide 2 - Slide

Deel 1: 90 min (schatting qua tijd) 

1. AWR
2. Korte Energizer (alleen als er tijd voor is) 
3. (Huis)werk bespreken
4. Lesdoelen
5. Vragenronde
-----------------------------------20 min 

6. Theoretisch gedeelte: Overleg(vormen)
---------------------------------15 min 

7. Aan de slag opdracht 1 + 2 
8. Nabespreken opdracht 2
--------------------------------------45 min ( waarvan 5 min uitleg + 5 min nabespreken) 

9. Lesdoelen check + Afsluiting - 10 min 
90 min.... 
De eindopdracht bestaat uit:
A
Vlog en Verslag
B
Presentatie
C
Poster
D
Poster en Presentatie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Disciplines waar je mee zou kunnen samen werken binnen de MZ zijn?
A
Huisartsen, Fysiotherapeuten
B
Psychologen, Psychiaters
C
Verpleegkundige, verzorgende
D
Speeltherapeut, psychomotorische therapeut

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk vorige week
Voor de eindopdracht maak je een mindmap!
(Onderdeel 1 van de rubric)
Daarin benoem je:
- je naam
- je functie
- je doelgroep
Daarom heen benoem je:
- met welke disciplines (beroepsgroep/vakgebied/specialisatie) je samen gaat werken.
- beschrijf je kort welke werkzaamheden deze disciplines uitvoeren.
Wie heeft er al een goed voorbeeld van de mindmap?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen: 
Aan het einde van deze les:
  • Kun je in je eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen informeel en formeel overleg 

  • Kun je benoemen welke overlegvormen er zijn 

  • Kun je benoemen welke rollen er tijdens een vergadering zijn en welke taken hierbij horen

  • Kun je de theoretische kennis opgedaan tijdens de les, inzetten tijdens de oefening vergaderen 
 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Overlegvormen 
Formeel overleg - bespreken de deelnemers de punten die op de agenda staan. Dit is op een afgesproken dag en tijd. 

Informeel overleg- is een gesprek met collega’s of anderen, tijdens de lunch of in de wandelgangen. Heeft geen officiële status. 

Vooroverleg -
Dit vindt informeel plaats voor een formeel overleg. Vaak gebeurt dit omdat er veel voorbesproken moet worden, er veel meningen zijn en in het overleg moet er bijv. een besluit genomen worden. 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Doelen van overleg
Het doel van het overleg kan zijn:

  • het uitwisselen van informatie, meningen of argumenten;
  • het nemen van beslissingen;
  • het oplossen van problemen;
  • het geven van adviezen.

Bij een overleg zijn er 3-4 rollen:  Voorzitter, notulist, deelnemers , soms apart een tijdsbewaker maar meestal doet ook de voorzitter dit. 



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1: Rollen bij vergadering 
Pak je boek ''Communicatie en Gedrag'' erbij en ga naar hoofdstuk 12. 
In tweetallen ga je aan de slag met onderstaande twee opdrachten: 


Opdracht 1:
Zoek op welke overlegvormen heb je? Schrijf deze met steekwoorden voor jezelf op. 

Opdracht 2: 
- Wat zijn de taken van de notulist en voorzitter? Beschrijf deze kort.
- Waar let je op bij het maken van een notulen?
- Welke structuur kun je aanhouden bij een  agenda?   
- Werkt dit goed en zorgvuldig uit want we gaan hier een oefening mee doen in de volgende les! 








timer
15:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Deelnemersgedrag Positief: 

  • Organiseren
  •  Kritisch denken
  • Stimuleren
  • Opbouwen
  • Helpen 

Deelnemersgedrag Negatief: 

  • Alles beter weten
  •  Zeuren
  • Zwijgen
  • Veel praten
  • Afwijken
  • Ja knikken
  •  Clownesk gedrag
  • Manipuleren - verborgen agenda 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

 Leeractiviteit 1 voor de eindopdracht 
(rubric criteria 1)
Lees:
Professional Maatschappelijke zorg - Thema 12 Professioneel Samenwerken 12.1 Samenwerken
Let op: Alleen het stuk vanaf samenwerken in een team tot teamcultuur!

Maken: Leeractiviteit 1 "Mindmap Disciplines"

Stap 1: In het midden noteer je je naam, daar  sta jij als MZ'er.
Stap 2: Noteer onder je naam de functie die jij graag zou willen beoefenen ( zie 2.3 professional maatschappelijke zorg) 
Stap 3: Noteer de doelgroep waar jij graag mee zou willen werken (zie 2.1 professional maatschappelijke zorg)
Stap 4: Noteer daaromheen met welke disciplines (zorgverleners, organisaties ect.) je kan gaan samen werken binnen het professionele netwerk en schrijf kort wat deze disciplines doen. Noteer minimaal 5 disciplines!

Slide 11 - Slide

Mindmap:

Laat in het midden hun eigen naam schrijven en laat ze onder hun naam het werkveld waarin ze graag zouden willen werken.

Vanuit dat midden, waar ze een cirkel omzetten, trekken ze lijnen naar de disciplines waar ze als MZ'er mee samen werken.

Bijvoorbeeld: Jan - werkveld ouderenzorg - disciplines waar je mee samenwerk als MZ'er zijn - huisarts, fysiotherapeut, zorgmederkers ect.




Leeractiviteit 2 voor de eindopdracht 
(rubirc criteria 2)


Lees:
Lees nog een keer Thema 12 uit het boek ''Communicatie en gedrag"

Maken: Leeractiviteit 2 "Overlegvormen" 

Stap 1: Bedenk hoe je op een creatieve manier de onderstaande theorie kan verwerken.
Stap 2: Noteer welke overlegvormen er zijn (12.1)
Stap 3: Noteer welke overlegmomenten er zijn en beschrijf deze kort (12.2)
Stap 4: Noteer welke verschillende rollen er in een vergadering zijn en beschrijf deze kort (12.3 en 12.5)


Slide 12 - Slide

Mindmap:

Laat in het midden hun eigen naam schrijven en laat ze onder hun naam het werkveld waarin ze graag zouden willen werken.

Vanuit dat midden, waar ze een cirkel omzetten, trekken ze lijnen naar de disciplines waar ze als MZ'er mee samen werken.

Bijvoorbeeld: Jan - werkveld ouderenzorg - disciplines waar je mee samenwerk als MZ'er zijn - huisarts, fysiotherapeut, zorgmederkers ect.