11/6

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

WELKOM KLAS 2!

JdW-klimwijzer

Startklaar

• Kauwgom uit.
• Oordopjes uit. 
• Jas uit.
• Ga op je plek zitten.
• Telefoon in zakkie in je tas. 
• Tas onder je tafel.

Wat gaan we doen vandaag?

• Herhaling vorige les.
• Leerdoelen van de les doornemen
• Theorie over kleurcodering
• Opdracht maken en oefenen in praktijk 
• Nabespreken 
• Samen bespreken of jij het leerdoel van vandaag hebt behaald
• Afsluiting les.

Leerdoelen:

• Na de les  weet ik wat kleurcodering bij schoonmaken is.
• Na de les kan ik de juiste kleurencodes gebruiken tijdens het schoonmaken.

Denken Duo Delen

Wat weet je nog van de vorige les?

• Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

• Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
• Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.

Kleuren bij het schoonmaken

Wat is kleurencodering?

Kleurencodering betekent dat we kleuren gebruiken voor speciale taken of plekken.

Kleurcodes en betekenissen

Rood: Het vuile werk bij sanitairreiniging

Blauw: Het minder vuile werk bij sanitairreiniging

Groen: Het minder vuile werk bij interieurreiniging 

Geel: Het vuile werk bij interieurreiniging

Zwart: Ramen zemen

Wat is sanitairreiniging en interieurreiniging?

Welke kleuren gebruik je voor interieur onderhoud?

1. Geel & Blauw
2. Geel & Rood
3. Rood & Groen
4. Geel & Groen

Welke kleur gebruik je voor de wastafel in de badkamer?

1. Geel
2. Blauw
3. Groen
4. Rood

Welke kleur gebruik je voor het schoonmaken van een tafel en stoel?

1. Geel
2. Blauw
3. Groen
4. Rood

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je de wc pot gaat schoonmaken?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je de vieze keuken gaat schoonmaken?

1. 
2. 
3. 
4. 

Met welke kleur emmer/doek maak je de buitenkant van de prullenbak schoon?

1. Zwart
2. Rood
3. Geel
4. Groen

Soorten vuil

Verschillende soorten vuil vereisen verschillende schoonmaakmiddelen en -technieken

• Droog vuil: zand, hondenharen. (Vegen, stofzuigen, stofwissen, afstoffen.)
  
• Aangekleefd vuil: modder, limonade, koffievlekken. (Emmer heet water met schoonmaakmiddel, boenen, schrobben en dweilen.)
  
• Onzichtbaar vuil: bacteriën en schimmels in het toilet, douche en keuken. (Met schoonmaakmiddel desinfecteren.)
  

Schoonmaakplan

• Planning; Als je een goed plan maakt ga je vanzelf efficiënt werken.

Wanneer je bij een cliënt gaat schoonmaken, bespreek dan met de cliënt de volgorde en wensen.

Schoonmaakplan; 

• Wat je moet schoonmaken?
• Wanneer je moet schoonmaken?
• Hoe je moet schoonmaken?
• Wie er moet schoonmaken?

Ronde 1 

Groep 1 Stofzuigen :

Groep 2 Stofwissen: 

Groep 3 Vlakmoppen: 

Groep 4 Ramen zemen: 

Nabespreken

Vandaag heb ik geleerd:

Wat vond je van de afgelopen les?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?

010