7.5: Zoektocht naar nieuwe gebieden

H7: Stoom en Fabrieken
7.5: Zoektocht naar nieuwe gebieden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7: Stoom en Fabrieken
7.5: Zoektocht naar nieuwe gebieden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen dat toegang tot grondstoffen en afzetmarkten belangrijke aspecten waren van het modern-imperialisme.

2. Je kunt verschillende Europese landen koppelen aan het modern-imperialisme.

3. Je kunt gevolgen van het modern-imperialisme noemen voor zowel Europa als de Europese kolonies.

Leerdoelen

Slide 3 - Slide

De industrie groeit! 
Engeland industrialiseerde als eerste, in een enorm tempo. Dit leidde tot grote bevolkingsgroei in de steden. De werk-en woonomstandigheden waren erg slecht. Heel langzaam kwamen er wetten voor verbetering. Ondanks dat hadden veel fabriekseigenaren nog steeds vrij spel. Ze waren namelijk erg belangrijk voor de economie! 

Nadat Napoleon was verslagen krabbelden landen in West-Europa langzaam op. Rijke burgers hoorden de verhalen in Engeland en wilden ook zoveel geld verdienen! Langs rivieren kwamen nieuwe fabrieken. 

Slide 4 - Slide

Grondstoffen
Door de groei van de bevolking en industrie nam de vraag naar meer grondstoffen (jute, goud, olie, rubber) toe. Deze producten had Europa niet veel. Er was ook de vraag naar een nieuw gebied om spullen aan te verkopen. 

Daarom moesten geïndustrialiseerde landen over de eigen grenzen op zoek naar nieuwe klanten en grondstoffen. Engeland haalde bijvoorbeeld grondstoffen uit India en verkocht aan China. 

Slide 5 - Slide

Grondstoffen
De regeringen van de Europese landen werden door de fabrikanten warm gemaakt voor de wereldeconomie met beloftes van hoge winsten, meer macht en politieke roem.

De Europeanen vonden dat Europeanen moesten zorgen voor beschaving, onderwijs en geloof over de hele wereld (superioriteitsgevoel). 
En dat moest snel, voordat een ander land de gebieden zou hebben ingepikt. Kortom, genoeg redenen om een race naar kolonies te beginnen!

Slide 6 - Slide

Engels Imperium
De Europese landen, met Engeland voorop, hadden al veel handelsposten en kolonies in andere gebieden in bezit. Engeland had bijvoorbeeld Amerika (VS) gehad. 

De regering van Engeland bestond vooral uit rijke burgers die besloten de buitenlandse ambities van de fabrikanten te ondersteunen.

Slide 7 - Slide

Al snel werden grote gebiden over de hele wereld door Engeland ingenomen. Deze gebieden waren verplicht om grondstoffen voor de Engelsen te produceren én om de Engelse producten te kopen. Bij weigering werden geweld en wapens ingezet. 

Door alle technologische ontwikkelingen zoals spoorlijnen, stoomschepen en telegraafverbindingen werd communicatie en vervoer makkelijker. 

Engeland veroverde zelfs Egypte om daar vervolgens het Suezkanaal aan te leggen. Een makkelijkere route tot Azië was het gevolg. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Map

Modern Imperialisme
Andere Europese landen deden al snel mee aan deze race om de wereld. Deze nieuwe vorm van kolonialisme wordt het modern imperialisme genoemd. 

Uiteindelijk werd Afrika maar 'verdeeld' met een lineaal tijdens de Conferentie van Berlijn

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Map

Gevolgen
Het Modern Imperialisme heeft in onze tijd nog gevolgen. West-Europese landen hebben nog steeds veel invloed in de wereld.

Een ander voorbeeld is in het Afrikaanse land Congo, ooit een kolonie van België. Onder leiding van de Belgische koning Leopold II werden er veel rubberplantages aangelegd. Hiervoor werden hele gezinnen/stammen uit elkaar gehaald. 

In Congo zijn nog steeds burgeroorlogen. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Nederland
Ook Nederland deed onder leiding van koning Willem I mee met de race om de wereld. 

Nederland kreeg Indonesië als kolonie. Toen heette het nog Nederlands-Indië. In dit land werd het cultuurstelsel ingevoerd. De hele bevolking moest 20% van de grond gebruiken voor de Nederlandse handel.  

Om winst te behalen werd de bevolking uitgebuit, wat leidde tot armoede en hongersnood.

Slide 14 - Slide

Sleep op de juiste plaats: 





Europeanen                          in de kolonies grondstoffen voor hun industrie.
Europeanen gebruikten hun kolonies als afzetgebied door hun producten te 


kochten
verkochten
kopen
verkopen

Slide 15 - Drag question

Wat hoort NIET bij het denken met een superioriteitsgevoel?
A
Het gevoel dat je meer waard bent dan de ander
B
De Europese beschaving is beter dan andere beschavingen
C
De Europeanen waren onder de indruk van de Afrikaanse cultuur
D
De Aziaten moesten de Europese leiders gehoorzamen

Slide 16 - Quiz

Tijdens de conferentie van Berlijn werd....
A
Afrika verdeeld onder West-Europese landen
B
Azië verdeeld onder West-Europese landen
C
Australië verdeeld onder West-Europese landen
D
Zuid-Amerika verdeeld onder West-Europese landen

Slide 17 - Quiz

Welk land in Europa heeft tijdens het modern imperialisme (1870-1914) het meeste gebied 'veroverd'?
A
De Verenigde Staten
B
Groot-Brittannie
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 18 - Quiz

Bekijk hiernaast de afbeelding.

Wat wordt uitgebeeld?
A
De verkoop van overtollige producten op de Europese markt
B
Een oorzaak van het ontstaan van industrialisatie
C
Het gevolg van de aanleg van het Suez-kanaal
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 19 - Quiz

Hieronder zie je 3 oorzaken van het ontstaan van het modern imperialisme (1870-1914).
Sleep deze 3 oorzaken naar het juiste groene vak:
Politieke oorzaak
Culturele oorzaak
Economische oorzaak.
Verspreiding van christendom. Ook is sprake van een superioriteitsgevoel.
een groot rijk (imperium) geeft (militair) aanzien en macht.
West-Europese landen hebben grondstoffen (bv rubber, olie) nodig voor de groeiende industrie.

Slide 20 - Drag question

Zet de cijfers 1 t/m 4 onder elkaar. Schrijf 4 dingen op die je hebt geleerd in deze les:

Slide 21 - Open question

Werktijd
Havo
VWO
Klaar? 

Maak 7.5: Zoektocht naar nieuwe gebieden

Opdr. 1a - 8c


Maak 7.5: Zoektocht naar nieuwe gebieden

Opdr. 1a - 6
Nakijken via Tijd voor GS. 

Slide 22 - Slide