Maak van een werkwoord een afleiding:
twee manieren
1. je neemt het hele werkwoord (infinitief) zet er het voor. Dus verzekeren wordt het verzekeren
'leven' (WW) wordt 'het leven' (ZN). Proberen wordt ' Het Proberen' .
2. Je plaatst een achtervoegsel of maakt het ww juist korter.. Verzekeren wordt: de verzekering. Proberen wordt het probeersel. Spelen wordt 'het spel'. Vertrekken wordt Het vertrek