T&G periode 7 les 4 Periodisering

Periodisering les 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
T&GMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Periodisering les 4

Slide 1 - Slide

Even kort herhalen:
Trainingsvariabelen, structurele tijdsindeling, Matwejev en Tschiene
Trainingsvariabelen: intensiteit en omvang veranderen gedurende trainingen.
Structurele tijdsindeling: bij een goede periodisering wordt er terug gerekend vanuit het piekmoment.
Matwejev: klassiek trainingsmodel, geschikt voor jeugd en beginners. Jaar wordt verdeeld in 3 periodes.
Tschiene: Voor gevorderde sporters, hoge intensiteit en omvang. 

Slide 2 - Slide

Het trainen van:

Het uithoudingsvermogen

1. Duurmethode
2. Intervalmethode
3. Herhalingsmethode
4. Wedstrijd/testmethode
(schijngedrukte volgende les)

Slide 3 - Slide

1. Duurmethode
Continue langdurige belasting zonder rustpauzes waarbij de intensiteit meestal gelijk blijft. 
3 manieren(tempo's) van uitvoeren:
1. Aeroob-1
2. Aeroob-2
3. Aeroob-3

Slide 4 - Slide

Aeroob 1 training

Trainingseffecten:
Verbetering van het vermogen om vet te verbranden.
Verbetering van het aërobe uithoudingsvermogen.
Toename van de capillaire dichtheid in de spieren, waardoor de zuurstofvoorziening in de spieren verbetert.
Energiesysteem:
Doordat de intensiteit laag is, wordt voornamelijk de vetzuurverbranding gebruikt.
Intensiteit: 60% volgens de formule van karvonen.
Omvang: 1-6 uur(wielrenners) geleidelijk opvoeren.
Frequentie: wekelijks, vooral gebruiken voor omvang en herstel.

Slide 5 - Slide

Aeroob 2 training
Trainingseffecten:
Vrijwel hetzelfde als bij de extensieve duurtraining.
Intensiteit:
70% volgens de formule van Karvonen.

Energiesysteem:
de energieleverantie verloopt grotendeels via de vetzuurverbranding, maar door de hogere intensiteit neemt het aandeel van de koolhydraatverbranding iets toe.

Omvang:
Varieert van één tot vier uur, afhankelijk van de getraindheid. 

Frequentie:
Gedurende het hele jaar één à twee keer per week uitgevoerd te worden.

Slide 6 - Slide

Aeroob 3 training
Trainingseffecten:
- Vooral verbetering van de spierstofwisselingscapaciteit.
- Verhoging van het percentage van de VO2-max
- Verbetering van het vermogen om koolhydraten te verbranden.
- Verdere verbetering van het aërobe uithoudingsvermogen
Intensiteit:
80% volgens de formule van Karvonen
Omvang: 45-90 min max
Frequentie: 1x per week naar max 3 x per week

Energiesysteem:
de energieleverantie gebeurt grotendeels door de koolhydraatverbranding. Mede daarom mag deze trainingsvorm niet al te vaak uitgevoerd worden, want de koolhydraatvoorraad is vrij snel uitgeput.

Slide 7 - Slide

2. Intervalmethode
Trainingsbelasting wordt afgewisseld met pauzes. Het hoge tempo kan langer worden volgehouden, zonder uitgeput te raken.
1. Extensieve interval
2. Intensieve interval

Slide 8 - Slide

Extensieve interval
Trainingseffecten:
Verbetering van het aërobe uithoudingsvermogen. 
Vergroten van de VO2-max.
Vergroting en verdikking van de hartspier.
Energiesysteem:
De energievoorziening vindt plaats door de aërobe verbranding van koolhydraten, maar ook de anaërobe energieleverantie begint een rol te spelen, er wordt melkzuur gevormd.

Slide 9 - Slide

Extensieve interval
Intensiteit:
85 à 90% volgens de formule van Karvonen
Hersteltijd:
45 à 50 uur.
Tijdsduur van de inspanningen:
variërend van 5 tot 12 minuten
Aantal herhalingen:
3-6 per serie
Aantal series:
2-4

Wanneer en hoe vaak trainen:
Deze trainingsvorm is een prima aanvulling op de duurtrainingen, omdat het aërobe uithoudingsvermogen er in relatief korte tijd door verbetert. Deze trainingsvorm kan al vanaf VP1 in het trainingsschema opgenomen worden en kan afhankelijk van de periode van het jaar één tot drie keer per week op het programma staan.


Slide 10 - Slide

Intensieve interval
Trainingseffecten:
- Vergroten VO2-max.
- Verbeteren anaërobe uithoudingsvermogen.
- Vergroten van de weerstand tegen hoge melkzuurwaarden. 
- Verbetering van het vermogen om snel te herstellen.
- Verhoging van de wedstrijdsnelheid bij korte, zeer intensieve inspanningen.
Energiesysteem:
het melkzuursysteem.
Intensiteit:
95-100% van het maximum.
Tijdsduur van de inspanningen:
30 sec - 2 minuten.

Slide 11 - Slide

Intensieve interval
Wanneer en hoe vaak trainen:
Omdat regelmatige hoge melkzuurwaarden een nadelig effect op het basisuithoudingsvermogen hebben, mag deze trainingsvorm slechts 1 keer per week uitgevoerd worden. Vooral tijdens het laatste deel van VP3 uitvoeren of ter vervanging van wedstrijden tijdens de wedstrijdperiode.
Hersteltijd:
48 tot 72 uur.

Slide 12 - Slide

Test je kennis!?

Slide 13 - Slide

Wat zijn de kenmerken van een duurtraining?

Slide 14 - Open question

Sleep de soorten training van minst intensief naar meest intensief
Minst intensief
Gemiddeld
intensief
Meest intensief
Aeroob 1 training
Extensieve interval
Aeroob 3 training

Slide 15 - Drag question

Van welke training is het volgende trainingseffect:

Verbetering van het vermogen om vet te verbranden
A
Aeroob training 1
B
Aeroob training 3
C
Extensieve interval
D
Intensieve interval

Slide 16 - Quiz

Wat moet je weten om volgens de Karvonen methode te kunnen trainen?
A
HF-rust
B
HF-max
C
Trainingsintensiteit
D
Alle antwoord opties

Slide 17 - Quiz

Aan welke methode heb je als handballer het meest aan? Leg uit waarom!
Duur of interval methode.

Slide 18 - Open question

Na welke training heb je de meeste hersteltijd nodig?
A
Aeroob 1
B
Aeroob 3
C
Intensieve interval
D
Extensieve interval

Slide 19 - Quiz

Waarom wordt je lichaam niet beter in koolhydraten verbranden bij de aeroob 1 en aeroob 2 trainingen?

Slide 20 - Open question

80% Karvonen
70% Karvonen
60% Karvonen 
Koolhydraat verbranding
Vetzuur en koolhydraat verbranding
Vetverbranding
Aeroob 1
Aeroob 2
Aeroob 3

Slide 21 - Drag question