- je sekse (je biologisch geslacht: man, vrouw of intersekse)
- je genderidentiteit (of je je man, vrouw of non-binair voelt)
- je genderexpressie (hoe je je genderidentiteit uit, o.a. qua kleding)
Voorbeelden:
Jan heeft mannelijke geslachtskenmerken, voelt zich non-binair en kleedt zich masculien.
Jesse heeft intersekse geslachtskenmerken, voelt zich vrouw en kleedt zich feminien.
Robin heeft vrouwelijke geslachtskenmerken, voelt zich man en kleedt zich masculien.