VERKLEINWOORDEN

VERKLEINWOORDEN
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

VERKLEINWOORDEN

Slide 1 - Slide

Welkom
  • Neem een laptop
  • Ga rustig zitten
  • Log in op de laptop
  • Praat zachtjes met je buur

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Ik kan:
  • de regels van de verkleinwoorden benoemen.
  • verkleinwoorden goed schrijven.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Verkleinwoorden
- Een verkleinwoord is altijd een zelfstandig naamwoord.

- Verkleinwoorden zijn altijd het-woorden.

- Er zijn vijf uitgangen die een verkleinwoord kan hebben:
-je, -tje, -etje, -pje, -kje

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

 -tje 
eindigen op een klinker (a, e, i, o ,u, y) of w

truitje, rijtje, eitje, draaitje, vrouwtje, duwtje
omaatje, colaatje, fotootje, autootje, taxietje
menuutje, parapluutje, baby'tje, tiramisu'tje

Slide 9 - Slide

-je
De basis voor het maken van verkleinwoorden is:
zelfstandig naamwoord + je

het kindje, het schaapje, het voetje
het oogje, het neusje, het hapje

Slide 10 - Slide

 -tje
eindigen op een lange klinker + r, l of n

zoontje, deurtje, beentje
uiltje, gebaartje, wieltje

Slide 11 - Slide

-tje
eindigen op een  - er, -el, -en, -or

vadertje, nageltje, dekentje, borreltje
centimetertje, lakentje, professortje, motortje

Slide 12 - Slide

het oor

A
het oorje
B
het ooreje
C
het oortje
D
het ooretje

Slide 13 - Quiz

de kleur
A
het kleuretje
B
het kleurretje
C
het kleurtje
D
het kleurpje

Slide 14 - Quiz

de muis

A
het muistje
B
het muisje
C
het muiseje
D
het muispje

Slide 15 - Quiz

de kat
A
het katje
B
het kattetje
C
het katpje
D
de kater

Slide 16 - Quiz

de geur

Slide 17 - Open question

het potlood

Slide 18 - Open question

de auto

Slide 19 - Open question

de kast

Slide 20 - Open question

de slee

Slide 21 - Open question

Verkleinwoorden op -je
Verkleinwoorden op -tje
huis-
boek-
hand-
baard-
feest-
stoel-
wiel-
broer-
ei-
trein-

Slide 22 - Drag question

-etje
eindigen op een korte klinker  + r, l, n, m of ng

De letters r, l, n, m verdubbelen

karretje, halletje, mannetje, kammetje, gangetje

Slide 23 - Slide

-pje
eindigen op een - m, lm, rm
 em of um

oompje, bezempje, duimpje, wormpje
filmpje, museumpje, stadiumpje 

Slide 24 - Slide

Verkleinwoorden die eindigen op 
-pje
-etje
ding
arm
wang
bloem
riem
kring
tong
kraam

Slide 25 - Drag question

de duim

A
het duimpje
B
het duimtje
C
het duimje
D
het duimmetje

Slide 26 - Quiz

de kip
A
het kippetje
B
het kipetje
C
het kippeje
D
het kipje

Slide 27 - Quiz

het raam
A
het raamtje
B
het rametje
C
het raam'tje
D
het raampje

Slide 28 - Quiz

Sleep het verkleinwoord naar de juiste plek.
-je
-pje
-etje
het krabbetje
het schroefje
het bloempje
het kindje
het gezinnetje
het rijmpje
het lampje
het brilletje
het vormpje
het filmpje
het taartje
het ommetje

Slide 29 - Drag question

de kar

Slide 30 - Open question

de helm

Slide 31 - Open question

-kje

eindigen op een -ing
de g verdwijnt

kettinkje, koninkje, verrassinkje, verdiepinkje


Slide 32 - Slide

Verkleinwoord met -ETJE
Verkleinwoord met -KJE
ring
haring
leuning
bon
bal
gum
woning
pudding

Slide 33 - Drag question

Soort woord met voorbeeld
  1. Woorden met een lange klank en dan een  -m               boom
  2. Woorden met een -ng            koning
  3. Achteraan -a, -o of -u                   opa, auto, paraplu
  4. Achteraan -y                                   baby
  5. Woorden met cijfers of afkorting     dvd, A4
Regel met voorbeeld
  • -pje
boompje
  • -kje en de -g laat je weg
koninkje
  • extra klinker
opaatje, autootje, parapluutje
  • -'tje
baby'tje
  • -'je of -'tje
dvd'tje, A4'tje

Slide 34 - Slide

Aan de slag 
Maak de oefeningen van Numo: 
Ga naar taken - Verkleinwoorden





Vragen stellen kan als ik bij je langskom! Zachtjes werken!

Slide 35 - Slide

Aan de slag 
Maak de oefeningen van Junior Einstein





Vragen stellen kan als ik bij je langskom! Zachtjes werken!

Slide 36 - Slide

Voorbeeld:



Radio

Kijken naar de laatste letter. 
Dit is een



Verkleinwoord

Bij woorden die eindigen op een o
moet je:

Een extra o en tje erbij.

Dus: radiootje

Slide 37 - Slide

het menu

Slide 38 - Open question

Voorbeeld:



Boom

Kijken naar de laatste letter. 
Dit is een



Verkleinwoord

Bij woorden die eindigen op een m
moet je:

 pje erbij schrijven.

Dus: boompje

Slide 39 - Slide

de oom
A
het oomtje
B
het oompje
C
het oom'tje
D
het ometje

Slide 40 - Quiz

het museum

Slide 41 - Open question

Sleep de uitgangen naar het juiste woord om er een verkleinwoord van te maken. 
auto
automaat
koning
accu
rekening
-uutje
-nkje
-etje
-ootje
-aatje

Slide 42 - Drag question

de kamer
A
het kammertje
B
het kamerje
C
het kammeretje
D
kamertje

Slide 43 - Quiz

de zon
A
het zontje
B
zonetje
C
zonnetje
D
zonje

Slide 44 - Quiz

Zet het woord bij het verkleinwoord. 
-je
-pje
-tje
druppel
hulp
werkboek
koe
bloem
bezem

Slide 45 - Drag question

Sleep de uitgangen naar het juiste woord om er een verkleinwoord van te maken. 
scherm
snoep
scooter
pizza
leerling
-atje
-tje
-etje
-pje
-je

Slide 46 - Drag question

de lolly

Slide 47 - Open question

Met welke uitgang maak je het verkleinwoord?
leuning
apparaat
film
been
wandeling
trommel
- [je] 
- [kje] 
- [pje] 
- [tje] 
- [etje] 

Slide 48 - Drag question

het haar

Slide 49 - Open question

de mouw

Slide 50 - Open question

de moeder

Slide 51 - Open question

Tip van de dag!
Twijfel je over een verkleinwoord?
Neem een voorbeeldwoord in je hoofd 
met dezelfde laatste letter of klank!

Verkleinwoord van cranberry??
Baby eindigt ook met y en dat wordt baby'tje
Dus: cranberry'tje!

Slide 52 - Slide

Hoe sluiten we de les af?
  • Laptop afsluiten en in de kast opbergen
    aan de lader => let op het nummer!
  • Ga terug rustig zitten en praat zachtjes.
  • Pak je tas in.
Als ik het zeg:
Mag je opstaan, je stoel aanschuiven en wachten bij de deur tot de bel gaat.






Slide 53 - Slide