Schrijf op je wisbordje een antwoord op de v raag.
a: Leg uit wie karl Marx was en wat zijn opvattingen waren.
b: leg uit wat het verschil is tussen de communisten en de sociaal democraten mbt hoe zij de positie van de arbeiders wilden verbeteren.
Eerder klaar: leg uit wat het verband is tussen de sociale kwestie en het ontstaan van politiek-maatschappelijke stromingen en emancipatiebewegingen.