1V Repaso capítulo 1 20-5-2025

HH capítulo 1
Persoonlijke voornaamwoorden
Werkwoord SER (zijn)
Woordenschat
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

HH capítulo 1
Persoonlijke voornaamwoorden
Werkwoord SER (zijn)
Woordenschat

Slide 1 - Slide

Vocabulario
Verbind de woorden met de juiste vertaling.

Slide 2 - Slide

ook
dichtbij
vlakbij
wij hebben
tot ziens
groen
Duitse
cerca de
tenemos
también
 hasta     luego
  verde
alemana

Slide 3 - Drag question

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
yo
jij
hij - zij - u
él - ella - usted
wij
nosotros/-as
jullie
vosotros/-as
zij meervoud - u meervoud
ellos - ellas - ustedes

Slide 4 - Slide

REPASO: persoonlijke voornaamwoorden
yo
nosotros
ellos
él
vosotros
usted
ustedes
ella
u ev
zij ev
jij
wij
ik
zij mv
hij
u mv
jullie

Slide 5 - Drag question

Het juiste persoonlijke voornaamwoord voor:
La señora García
A
ustedes
B
usted
C
el
D
vosotros

Slide 6 - Quiz

Het juiste persoonlijke voornaamwoord voor: Pedro
A
yo
B
él
C
ella
D

Slide 7 - Quiz

Ser
Ser= zijn

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Soy
Eres
Es
Somos
Sois
Son
Ik ben
Jij bent
Hij/ Zij is    - u bent
Wij zijn
Jullie zijn
Zij (mv)/u (mv) zijn

Slide 8 - Slide

El verbo SER
Kies de juiste vorm van het werkwoord ser in de volgende zinnen.

Slide 9 - Slide

María y yo ....... hermanas.
A
sois
B
son
C
somos
D
soy

Slide 10 - Quiz

Mis amigas ....... españolas
A
eres
B
sois
C
somos
D
son

Slide 11 - Quiz

la amiga de Juan..... francesa
A
es
B
eres
C
son
D
sois

Slide 12 - Quiz

¿Pedro y tú........ argentinos?
A
son
B
somos
C
sois
D
eres

Slide 13 - Quiz

Tú......... Pedro.
A
soy
B
eres
C
sois
D
son

Slide 14 - Quiz

De lidwoorden
Schrijf de juiste bepaalde en onbepaalde lidwoorden van deze woorden

Slide 15 - Slide

1- ... ciudades
2-... campings
3-... pueblo
4-... hija

Slide 16 - Open question

1- ... tiendas
2-... hijos
3- ... presentador
4- ... vacaciones

Slide 17 - Open question

Frases clave
Schrijf op de volgende dia hoe vraag- zeg je in het Spaans...

Slide 18 - Slide

1- Ik ben twaalf jaar oud.
2- Ik woon in Amstelveen.
3- Ik ben Nederlander.

Slide 19 - Open question

1- Ik spreek Engels.
2- Hoe gaat het?
3- Waar woon jij?

Slide 20 - Open question

Los números / de getallen
Kies de juiste antwoord van de volgende rekensommen.

Slide 21 - Slide

ocho + nueve=
A
16
B
15
C
17
D
18

Slide 22 - Quiz

siete + doce=
A
16
B
18
C
20
D
19

Slide 23 - Quiz

cinco + trece=
A
catorce
B
dieciocho
C
quince
D
diecisiete

Slide 24 - Quiz

20 - 3 =
A
diecisiete
B
quince
C
catorce
D
diecinueve

Slide 25 - Quiz

Paso adelante cap1
https://quizlet.com/nl/526868549/paso-adelante-h1-lj1-flash-cards/?i=2qz0a2&x=1jqt

Slide 26 - Slide