• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

bijvoeglijk n.w. april 23

BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN
het  . . .  huis
Beschrijf het afgebeelde huis
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschool

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN
het  . . .  huis
Beschrijf het afgebeelde huis

Slide 1 - Slide

WELKE WOORDSOORT?
Het houten huis staat tussen de hoge bomen.
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
4
zelfstandig naamwoord
3
werkwoord
1
voorzetsel
8
lidw.
5
bijv. n.w.
7
zelfst. n.w.
6

Slide 2 - Slide

Sleep de woorden naar de juiste plek. 
bijvoeglijke
naamwoorden
andere woorden
lief
kast
aardig
oud
blijven
de
ijzeren
vervelende
boek
gekookte
want
langste

Slide 3 - Drag question

- vertellen iets over een zelfstandig naamwoord;
   ze geven extra informatie.

- kan voor en achter een zelfstandig naamwoord staan 
   (bijvoorbeeld:  De blauwe trui is kapot.)
 
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zeggen van welk
   materiaal iets is gemaakt (bijvoorbeeld: de zilveren ring)
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN
theorie

Slide 4 - Slide


Een bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een . . .
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 5 - Quiz


Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
De leerling pakt een rode pen.
A
leerling
B
pakt
C
rode
D
pen

Slide 6 - Quiz


Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
De sportieve leerling fietst naar school.
A
sportieve
B
leerling
C
fietst
D
school

Slide 7 - Quiz


Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
Eiman is de rijkste jongen van de klas.
A
Eiman
B
rijkste
C
jongen
D
klas

Slide 8 - Quiz


Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
De lieve jongen kreeg een lekker snoepje
A
lieve
B
jongen
C
lekker
D
snoepje

Slide 9 - Quiz

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
vertellen van welke stof
iets gemaakt is.

Slide 10 - Slide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en,
  bijvoorbeeld: de houten tafel,
de ijzeren ring,
de papieren tas,
de wollen sok,
de gouden ring
STOFFELIJKE
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN

Slide 11 - Slide


Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

(zijde) Dat meisje draagt een . . . . . sjaal.
A
zijde
B
zijden

Slide 12 - Quiz


Vul een bijvoeglijk naamwoord in.
Het  . . . . .  meisje zat achter in de klas.

Slide 13 - Open question


Bedenk bijvoeglijke naamwoorden
 bij deze afbeelding. 

Slide 14 - Open question


Vul een bijvoeglijk naamwoord in.
Deze taalles is erg  . . . . ..

Slide 15 - Open question


Welk bijvoeglijk naamwoord past bij jou?

Slide 16 - Open question

Ik begrijp wat bijv. n.w. zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

wordwall.net

Slide 20 - Link

More lessons like this

bijvoeglijk n.w. april 23

March 2023 - Lesson with 20 slides
NederlandsBasisschool

Bijvoeglijke naamwoorden

November 2023 - Lesson with 17 slides
NederlandsBasisschool

Les 3 §5 Bijvoeglijk naamwoord

November 2024 - Lesson with 29 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Bijvoeglijk naamwoord

November 2024 - Lesson with 14 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Bijvoeglijke naamwoorden

February 2022 - Lesson with 11 slides
TaalBasisschoolGroep 6

Bijvoeglijke naamwoorden

March 2022 - Lesson with 12 slides
TaalBasisschoolGroep 6

Les 1.7 groep 7: Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

September 2022 - Lesson with 20 slides
NederlandsBasisschoolGroep 7

27. Thema 5, week 1 Les 2 stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

November 2024 - Lesson with 32 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings