De Waterkringloop en Soorten Neerslag

Aan het einde van de les kun je...

• Uitleggen dat water in verschillende vormen voorkomt en deelneemt aan een kringloop
• Begrijpen hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan
• De korte en lange waterkringloop tekenen

Wat weet je al over de waterkringloop en soorten neerslag?

De verschillende vormen van water

Water kan in verschillende vormen voorkomen: vloeibaar, vast en gasvormig

De waterkringloop

Water maakt deel uit van een continue kringloop

Het ontstaan van stuwingsregen

Stuwingsregen ontstaat wanneer lucht tegen bergen opstijgt, afkoelt en condenseert

Het ontstaan van stijgingsregen

Stijgingsregen ontstaat door het opstijgen en afkoelen van warme lucht

Het ontstaan van frontale regen

Frontale regen ontstaat wanneer warme en koude luchtmassa's elkaar ontmoeten en de warme lucht opstijgt

De korte waterkringloop

Het proces waarbij water verdampt vanuit de zee en terugvalt als neerslag op de zee

De lange waterkringloop

Het proces waarbij water verdampt, als neerslag op land valt, en via rivieren terugkeert naar de zee

Definitielijst

Stuwingsregen: neerslag die ontstaat wanneer lucht tegen een gebergte opstijgt, afkoelt en condenseert
Stijgingsregen: neerslag die ontstaat door het opstijgen en afkoelen van warme lucht
Frontale regen: neerslag die gevormd wordt wanneer warme en koude luchtmassa's elkaar ontmoeten en de warme lucht opstijgt
Korte waterkringloop: het proces waarbij water verdampt vanuit de zee en terugvalt als neerslag op de zee
Lange waterkringloop: het proces waarbij water verdampt, als neerslag op land valt, en via rivieren terugkeert naar de zee

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.