Kennismaking + one/ones

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Grammar:

                    

Textbook p.39

One & ones

I asked for a glass, but they did not have one.

My car is the red one.

I like those shoes, but let's buy these ones.

Je gebruikt one en ones wanneer je een zelfstandig naamwoord verderop in een zin wilt herhalen.

Het is hierbij belangrijk dat het duidelijk is wat je er mee bedoelt. 

je gebruikt one  als het gaat om enkelvoud en ones zodra het gaat om meervoud.

This bag is very old. I need a new........

1. one
2. ones

Small pineapples are sweeter than big......

1. one
2. ones

Which is your car, the black ...... or the white .......

1. one, ones
2. ones, one
3. one, one
4. ones, ones

If you buy two bottles of water, you get a third ........ free.

1. one
2. ones

These dresses are expensive. Are there any cheap........

1. one
2. ones

Jack has three pens – a red ...... and two green ......

1. one, ones
2. ones, one
3. one, one
4. ones, ones

Vragen?

maken opdracht 26 pagina 66

Ik vond deze les.....