This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Expression orale
les 3
Slide 1 - Slide
Tout d'abord
La base
Slide 2 - Slide
Combinez les couleurs
Combinez les couleurs
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun / marron
violet
Slide 3 - Drag question
Sleep de juiste antwoorden naar elkaar toe
Combine les nombres 11 à 20 correctement
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
onze
vingt
dix-huit
treize
quatorze
quinze
seize
dix-sept
douze
dix-neuf
Slide 4 - Drag question
Zet de getallen in de juiste volgorde
van klein naar groot:
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six
Slide 5 - Drag question
COMBINEZ:
60
70
80
90
50
40
soixante-dix
quatre-vingts-dix
quatre-vingts
quaranten
cinquante
soixante
Slide 6 - Drag question
quatre-vingt-onze
trois-cents
neuf-cent-quatre-vingt
mille
cent-trente-cinq
soixante-dix-sept
quatre-cent-quatre
sept-cent-soixante
cent-seize
deux-cents
huit-cent-quatre-vingt-quinze
quarante
760
300
200
780
440
404
40
100
1000
116
91
77
980
135
895
Slide 7 - Drag question
Les jours de la semaine
Vertaal de dagen van de week naar het Frans. Sleep blauw naar rood!
On est quel jour?
> On est....
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche
Slide 8 - Drag question
Combinez les mois
décembre
janvier
mai
juin
mars
avril
février
août
juillet
septembre
novembre
octobre
Januari
April
mei
juli
December
maart
februari
juni
augustus
november
september
oktober
Slide 9 - Drag question
Le jardin
La cuisine
Le grenier
Le garage
Le salon
Le couloir
La salle de bains
La chambre
Slide 10 - Drag question
La prononciation
Welke woordjes worden op dezelfde manier uitgesproken en rijmen dus?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
caisse
vélo
étudiant
savoureux
repas
prête
aider
coûte
j'ai
ans
espèce
maillot
ingrédient
un jeu
procédé
retraite
sympa
toute
âgé
temps
Slide 13 - Drag question
FR:
Uitspraak:
voorbeeld
ou
oe
pour
oi
wa
trois
ui
wie
huit
ai
e (als in gek)
mais
(e)au
oo
aussi
qu
k
quand
oeu
u
coeur
Slide 14 - Slide
FR:
Uitspraak:
voorbeeld
Uitgang met -p, -s, -t ,-x, -z
de medeklinker aan het eind van een woord spreek je vaak niet uit
trop, beaucoup, gris, vert, prix, nez, chez
é / -er/ -ez
ee
café, donner, chantez
è
e
collège
e
stomme e: wordt niet uitgesproken of als ''u''
rouge
Slide 15 - Slide
Introductie
Voor de mondeling gaan we een 3-tal lessen oefenen met spreekvaardigheid.
We gaan ons verdiepen in de volgende thema's: het oefenen van jezelf voorstellen, het bestellen in een restaurant en het kopen van kleding in een kledingwinkel.
Slide 16 - Slide
Het filmpje gaat nu verder. De docent stelt nu een aantal vragen en de leerling geeft er antwoord op. Probeer daarna zelf ook antwoord te geven.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
02:09
Et toi? Comment tu t'appelles?
Slide 19 - Open question
02:30
Et toi? Tu viens d'où? Tu habites où?
Slide 20 - Open question
02:40
Et toi? Combien de frères et soeurs tu as?
Slide 21 - Open question
02:58
Et toi? Tu as un petit boulot?
Slide 22 - Open question
03:08
Et toi? Quels sont tes hobbies?
Slide 23 - Open question
Ik weet nu hoe ik mijzelf moet voorstellen
Slide 24 - Poll
Het filmpje gaat nu verder. Er worden nu vragen gesteld en jij gaat er antwoord op geven.
Dit hoeven niet dezelfde antwoorden als uit het filmpje te zijn, maar gebruik deze wel als leidraad!
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
00:45
Geef antwoord: Vous avez une reservation?
Slide 27 - Open question
00:57
Geef antwoord: Pour combien de personnes vous avez reservé?
Slide 28 - Open question
01:05
Geef antwoord: Vous êtes prêtes à commander?
Slide 29 - Open question
01:31
Geef antwoord: Et pour le dîner, que voudriez-vous?
Slide 30 - Open question
01:58
Geef antwoord: Et comme boisson? Qu'est-ce que vous voulez?
Slide 31 - Open question
02:41
Geef antwoord: Avez-vous apprécié votre répas?
Slide 32 - Open question
02:48
Geef antwoord: Voulez-vous quelque chose pour le dessert?
Slide 33 - Open question
Ik weet nu hoe ik mijzelf moet voorstellen
Slide 34 - Poll
Het filmpje gaat nu verder. Er worden nu vragen gesteld en jij gaat er antwoord op geven.
Dit hoeven niet dezelfde antwoorden als uit het filmpje te zijn, maar gebruik deze wel als leidraad!
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Video
00:12
Antwoord: Je peux vous aider?
Slide 37 - Open question
00:30
Antwoord: Combien coûte ce pull?
Slide 38 - Open question
00:46
Antwoord: Ce pull est moins cher. Pourquoi?
Slide 39 - Open question
00:59
Antwoord: Vous l'avez en quelle couleur?
Slide 40 - Open question
01:07
Vraag of je het mag passen
Slide 41 - Open question
01:12
Antwoord: Vous faîtes quelle taille?
Slide 42 - Open question
01:21
Vraag waar de paskamers zijn
Slide 43 - Open question
01:38
Antwoord: Comment vous trouvez ce pull?
Slide 44 - Open question
01:57
Antwoord: Est-ce que ça vous va?
Slide 45 - Open question
02:16
Antwoord: Vous payez comment? Par carte ou en espèces?
Slide 46 - Open question
Ik weet nu hoe ik kleding kan kopen in een winkel.