3.9 voltooid en tegenwoordig deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

3.9 voltooid en tegenwoordig deelwoord

1 Opening/presentie/ plaatje van de week
2 Quizje/huiswerk nabespreken.

3 Uitleg voltooid en tegenwoordig deelwoord

mmarinus@
lauwerscollege.nl

4 Zelfstandig werken

5 Wat hebben we geleerd of gemist?

6 Afsluiten

Leerdoelen:

• Je kunt het volt. dw. spellen
• Juist gebruik tussenletter bij samenstellingen
  

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Volkskrant
2. volkskrant

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. mavo
2. MAVO

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Kerstmis
2. kerstmis

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Ameland
2. ameland

HOOFDLETTERS & INTERPUNCTIE
De zin moet zijn:

in het zuiden van de verenigde staten spreekt men spaans

1. In het zuiden van de verenigde Staten spreekt men Spaans.
2. In het zuiden van de Verenigde Staten spreekt men Spaans.
3. In het zuiden van de Verenigde Staten spreekt men spaans.
4. In het zuiden van de Verenigde staten spreekt men Spaans.

"Marijke zei: Ga weg, ik ben verdrietig."

1. Hoofdletters goed Interpunctie goed
2. Hoofdletters goed Interpunctie fout
3. Hoofdletters fout Interpunctie goed
4. Hoofdletters fout Interpunctie goed

Kies de juiste schrijfwijze

1. 'S hertogenbosch
2. 's hertogenbosch
3. s' Hertogenbosch
4. 's Hertogenbosch

's-gravenhage

1. 's-gravenhage
2. 'S-Gravenhage
3. 'S-gravenhage
4. 's-Gravenhage

Nabespreken opdracht 5, blz. 147

E-boek lenen? Hier is hoe!

1. 
   
2. 
   
3. 
   
4. ?
5. ?
6. ?
   
   
   

1. Activeer eerst je account
   
2. Zorg dat je boetes betaald zijn
   
3. Ga naar de website OB.nl

Nabespreken blz 145 -147 Spelling: vraag 8 t/m 11.

• Ik geef beurten
  
  
• Vragen? Vragen! (Wel even je hand omhoog.)

Voltooid versus tegenwoordig deelwoord

Voltooid deelwoord

• Meestal aan het einde van een zin.
• De handeling is klaar
• Begint van met ge-; ver-; be.
  
  

'Ik ben naar huis gelopen.'

Tegenwoordig deelwoord

• Bijna nooit aan het einde van een zin
• De handeling is nog bezig
• Eindigt vaak met -end.
  
• Geeft antwoord op de vraag: hoe.

'Ik ben lopend naar huis gegaan.'

Hoe doet ze/hij dat toch?

Omschrijf wat er gebeurt met een tegenwoordig deelwoord

Wat?	Blz. 216 - 219: opdr. 1 en 3 t/m 6.
Hoe?	Met je boek. En een schrift. Of op je laptop.
Hulp	Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd	Tot aan een paar minuten voor het einde van de les.
Klaar?	Laat maar weten. Daarna mag je lezen.

Aan de bak!

Wat vind je van deze les? Wat heb je nog gemist?

Bedankt en tot de volgende!

Leerdoelen:

• Je kunt het volt. dw. spellen
• Juist gebruik tussenletter bij samenstellingen