Week 45 - Lezen en woordenschat - klas 1 (toetsvoorbereiding)

Lezen
Leesvaardigheid en woordenschat
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lezen
Leesvaardigheid en woordenschat

Slide 1 - Slide

Om te kunnen starten:

- Pak je aantekeningen schrift
- Pak een markeerstift
- Laptop in je tas en tas onder je stoel

Slide 2 - Slide

Doelen deze week:

Lesdoelen:
- Je herhaalt alle theorie voor de leestoets. 

Let op: donderdag 10 november 2022 - leestoets §1 t/m §3 
Cursus 1 - Meer dan Lezen!


Slide 3 - Slide

Doelen deze week:

Lesdoelen:

- Extra informatie voor de leestoets H1 t/m H3


Slide 4 - Slide

Leesstrategieën
Strategie
Doel
Aanpak
1. Oriënterend
Vaststellen waarover een tekst gaat (onderwerp).
Je bekijkt de tekst. Je kijkt naar: 
- de titel; 
- de illustraties (plaatjes);
- tussenkopjes (titels van tekstgedeeltes);
- anders gedrukte woorden;
Je leest de eerste alinea.
2. Globaal
Vaststellen welke kanten van het onderwerp worden besproken (deelonderwerp).
Je leest de eerste en laatste zin van iedere alinea. 
3. Precies
Een tekst helemaal goed begrijpen.
Je leest de tekst nauwkeurig van begin tot eind. 
4. Zoekend
Bruikbare informatie in een tekst vinden. 
Je let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens (bolletjes, nummers en sterretjes). 

Slide 5 - Slide

Woordraadstrategieën
Woordraadstrategie
Toelichting en voorbeeld
zoek een synoniem
ander woord met dezelfde betekenis
zoek een omschrijving
er wordt uitgelegd wat er bedoeld wordt
zoek een definitie
een vaste nauwkeurige omschrijving
zoek een voorbeeld
herken je aan: bijvoorbeeld/ neem nou/ zoals / denk aan...
zoek een tegenstelling
herken je aan: maar/ toch/ echter
zoek een bekend woorddeel
samenstellingen of afleidingen
bekijk de illustratie
plaatjes, foto's, lijstjes, rijtjes of schema's

Slide 6 - Slide

Onderwerp
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst.
Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is. Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, begrijp je de tekst beter wanneer je hem helemaal gaat lezen.

Zo vind je het onderwerp van een tekst:
Lees de tekst oriënterend. Hoe deed je dat ook alweer? 
Geef een zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 7 - Slide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 
Let op: de hoofdgedachte van een tekst is nooit een vraag.

Zo vind je de hoofdgedachte van een tekst:
Lees de tekst precies -> weet je nog hoe dit moet? 
Kijk aan het begin en het eind van de tekst of de hoofdgedachte daar letterlijk staat.
Als dit niet zo is, vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 8 - Slide

Tekstdoelen
Elke tekst heeft een doel: de schrijver wil iets bereiken. 

De vijf tekstdoelen zijn              
1. amuseren                                  
2. informeren                                 
3. instrueren                                
4. overtuigen                                 
5. activeren                                  

Slide 9 - Slide

Tekstsoorten
Elke tekst heeft een doel: de schrijver wil iets bereiken. 
Vaak heeft een tekstsoort een vast tekstdoel.
De vijf tekstdoelen zijn         Tekstsoorten zijn          
1. amuseren                                verhaal, mop, strip                 
2. informeren                             artikel, studieboek, verslag                       
3. instrueren                               recept, bijsluiter medicijnen,  spelregels                   
4. overtuigen                              betoog, ingezonden brief, recensie                               5. activeren                                advertentie, advies, flyer                                 

Slide 10 - Slide

Terugblik college

Lesdoelen:
- Je herhaalt alle theorie voor de leestoets. 

Beheers jij alle theorie? 


Slide 11 - Slide

LES 1
LEZEN EN WOORDENSCHAT
Wat
- Bespreken opdracht: Tekstdoelen en tekstsoorten
Hoe
1. Ga naar Classroom en klik op je ingeleverde werk. 
2. De docent geeft de antwoorden. Check of je de tabel goed hebt ingevuld. 
3. Welke tekstdoelen of tekstsoorten vind je nog lastig? 
4. Klaar? Paragrafen afmaken van Cursus 1 - Meer dan lezen! 
Tijd
15 minuten
Hulp
- vraag hulp aan de docent
Resultaat
- Je weet welke tekstdoelen en tekstsoorten nog extra geleerd moeten worden.
Klaar?
Lezen in je leesboek. 

Slide 12 - Slide

LES 2
LEZEN EN WOORDENSCHAT
Wat
- Oefentoets maken van §3 Tekstdoelen en tekstsoorten
Hoe
1. Ga via Mijn Innova naar NieuwNederlands
2. Klik op: 'Cursus 1 - Meer dan Lezen!' 
3. Klik op:  Oefentoets §3 
4. Maak de oefentoets voor jezelf. 
5. We maken de oefentoets in stilte. 
Tijd
20 minuten
Hulp
- vraag hulp aan de docent
Resultaat
- Je hebt geoefend met het maken van een leestoets. 
Klaar?
Lezen in je leesboek. 

Slide 13 - Slide