3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Noem 3 dingen die je al weet over de Gouden Eeuw.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Noem 3 dingen die je al weet over de Gouden Eeuw.

Slide 1 - Slide

planning
  • Elke les begin je gelijk met het beantwoorden van de vraag/vragen.
  • Uitleg paragraaf.
  • Vraag beantwoorden in lessonup.
  • Huiswerk maken en bespreken.
  • Afsluiten les.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe Amsterdam de stapelmarkt van Europa werd en welke gevolgen dat had voor de nijverheid en de landbouw in de Republiek.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Te doen: Je gaat uit par. 3.2 de eerste 2 kopjes Stadsuitbreiding en verstedelijking, Stapelmarkt Amsterdam goed lezen. En de vragen beantwoorden.
1. Leg uit welke veranderingen er kwamen voor Amsterdam als gevolg van de bevolkingsgroei en economische bloei.
2. Leg uit hoe Amsterdam de stapelmarkt van Europa werd en wat we daarmee bedoelen.
3. Leg uit welk probleem de bevolkingsgroei opleverde voor de Hollandse steden en hoe die dat probleem oplosten.
4. Leg met een voorbeeld uit wat we bedoelen met handelskapitalisme en waarom daardoor de Hollandse steden nog rijker werden.
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Amsterdam en de stadsuitbreiding

  • Door de bevolkingsgroei en economische bloei kwam er een stadsuitbreiding.
  • Kooplieden en fabrikanten gingen aan de grachten wonen in mooie woningen, waar ook de kantoren in zaten en met tuinen.
  • De jordaan werden de ambachtswijk voor ambachtslieden met een werkplaats, loonarbeiders, kleine zelfstandigen.
  • Rijk en arm woonden voortaan uit elkaar.

Slide 6 - Slide

Amsterdam werd de Stapelmarkt
  • 60% bevolking Republiek woont in Steden
  • Economie draait op handel, nijverheid, landbouw.
  • Door bevolkingsgroei te weinig voedsel=> graanimporten Oostzeegebied: moedernegotie (1e handel in graan)
  • Handelsproducten: Oostzee, Scandinavië: graan, hout, pelzen, ijzer. Zuid-Europa: wijn, olijfolie, specerijen, zijde, thee, porselein.

Slide 7 - Slide

  • Handelskapitalisme: handel drijven met goedkope grondstoffen, die bewerken en dan met meer winst verkopen dan uit handel alleen kon. Wol uit Engeland, die weven en verven tot lakense stoffen. (dikke wollen stof)
  • Door de opslag van bijv. graan konden bij tekorten in Europa de Amsterdamse kooplieden flinke winsten maken.
  • Gouden eeuw: bloeitijd in de Republiek in de 17e eeuw in de economie, cultuur.
Koopmansbeurs: hier werden de contracten tussen handelaren afgesloten
Ook werden op de Beurs, de aandelen verhandeld.

Slide 8 - Slide

De waag: handelaren kwamen hier bij elkaar om de koopwaar te wegen.
De wisselbank: hier konden handelaren uit hele wereld geld halen, via de giro=> je kreeg dan een wisselbrief. 

Slide 9 - Slide

1. Leg uit waarom de moedernegotie ontstond en wat dat begrip betekend.
2. Leg met een voorbeeld uit wat we bedoelen met een stapelmarkt.

Slide 10 - Open question

Te doen
Maken werkboek par. 3.2 vragen 18, 24, 25, 27, 29 en 30 .

Mag: maken succescriteria, flashcards/ 3.8 afsluiting/ zelftoets/ mindmaps/ cornell schema/ zelf toetsvragen maken. 


Slide 11 - Slide

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vragen.
1. Leg met een voorbeeld uit wat handelskapitalisme is.
2. Leg uit wat de moedernegotie is.

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe Amsterdam de stapelmarkt van Europa werd en welke gevolgen dat had voor de nijverheid en de landbouw in de Republiek.

Slide 13 - Slide

Te doen: Je gaat uit par. 3.2 de kopjes Handelskapitalisme en immigratie, Commerciële landbouw en nijverheid, Binnenlands verkeer goed lezen en de volgende vragen beantwoorden.
1. Leg uit welke groepen vluchtelingen naar de Republiek kwamen en door welke redenen ze gevlucht waren.
2. Leg uit waarom een stad als Amsterdam erg blij was met die vluchtelingen.
3. De Hollandse steden gingen zich specialiseren in nijverheid. Geef hier 3 voorbeelden van.
4.Leg met een voorbeeld uit wat we bedoelen met de commerciële landbouw.
5. Noem twee voorbeelden hoe mensen en goederen zich verplaatsten in de Republiek.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Nijverheid en commerciële landbouw
  • Specialisatie nijverheid in steden: Haarlem (linnen, katoen), Leiden (lakense stoffen) textielnijverheid, Delft aardewerk (serviezen, tegels), Amsterdam scheepsbouw, zeilmakerijen, touwslagerijen.
  • Commerciële landbouw: boeren produceerden voor de nijverheid of export. Akkerbouw=> hennep, vlas, meekrap voor nijverheid. Veeteelt=> vlees, melk, boter en kaas voor export.

Slide 15 - Slide

Vluchtelingen naar de Republiek en zorgden voor bevolkingsgroei.

  • Vanwege de godsdienst naar Amsterdam: Joden uit Spanje. Duitsers voor werk, geloof.
  • Protestanten, joden na de val van Antwerpen naar Amsterdam: vervolging geloof en er viel niets meer te verdienen. Republiek sloot de Schelde af. 
  • Handelaren waren erg welkom in Amsterdam, want ze brachten kapitaal en handelsnetwerken mee en leverenden veel inkomsten op voor de stad. 


Slide 16 - Slide

Binnenlands verkeer
  • Je had schepen voor de internationale handel en voor de binnenvaart.
  •  Passagiers en vracht werden met de trekschuit vervoerd over de rivieren en kanalen.
  •  Ook waren er postkoetsen die van stalhouderij met herberg naar herberg met stalhouderij reden. Daar werden dan de paarden gewisseld en konden passagiers rusten en eten. 

Slide 17 - Slide

1. Leg met een vb. uit wat we bedoelen met de commerciële landbouw.
2. Leg uit waarom de protestanten en joden uit Antwerpen naar Amsterdam kwamen en waarom de stad daar erg blij mee was.

Slide 18 - Open question

Te doen
Maken werkboek par. 3.2 vragen 18, 24, 25, 27, 29 en 30
.

Mag: maken succescriteria, flashcards/ 3.8 afsluiting/ zelftoets/ mindmaps/ cornell schema/ zelf toetsvragen maken. 


Slide 19 - Slide