2m redekundig ontleden les 2 t/m bwb

Redekundigkundig ontleden 
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Redekundigkundig ontleden 
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les hebben jullie geoefend met het ontleden van de zindelen.                                                                                    
  • Aan het einde van deze module kunnen jullie het stappenplan van het ontleden uit je hoofd opnoemen en toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • quiz om voorkennis op te halen
  • Instructie en indien nodig video's
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm vinden
Om zinsdeelstrepen te kunnen zetten, moet je eerst de PV vinden.

De PV is altijd een werkwoord.

PV:
Tijdproef: tegenwoordige tijd <--> verleden tijd (heb <--> had)
Getalproef: Enkelvoud <--> meervoud (ik <--> wij, Jan <--> Jan en Willem)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De puzzel van het ontleden
De puzzel moet compleet zijn en alle stukjes passen in elkaar en heb je nodig om de zin/puzzel compleet te krijgen.
PV = werkwoord, Je doet getalproef (ev-mv) of tijdproef (tt-vt).
WWG = alle werkwoorden in de zin (inclusief de voorzetsels die erbij horen, zoals 'te kijken'.
O = Wie/wat + WWG
LV = Wie/wat + WWG + O
MVW = Aan wie/voor wie + WWG + O + LV
BWB = De prullenbak van de zin. wat nog geen naam heeft gaat daarin en is dus de BWB

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is redekundig ontleden ?
A
ontleden
B
ontleden van de zinsdelen
C
ontleden van de woordsoorten
D
iets met grammatica

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is stap 1 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
strepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
een werkwoord zoeken
B
het getal veranderen (meervoud - enkelvoud)
C
de zin van tijd veranderen (verleden tijd - tegenwoordige tijd)
D
geen idee

Slide 9 - Quiz

Getal-proef: zin veranderen van enkelvoud naar meervoud of van meevoud naar enkelvoud. 
V

Tijd-proef: zin van tijd veranderen. Tegenwoordige tijd wordt verleden tijd en andersom.

Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.


Wat is stap 2?
A
onderwerp benoemen
B
werkwoordelijk gezegde benoemen
C
lijdensvoorwerp benoemen
D
zinsdeelstrepen zetten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zet je de zindeelstrepen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Deze zin is  opgedeeld in worden. Je kan de woorden verplaatsen en deel de zin op in zindelen door de woorden bij elkaar te zetten die samen een zinsdeel vormen.  
timer
1:00
Deze
klas
heeft
vandaag
Nederlandse
les
via
Lesson up
gekregen.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Antwoord:
PV = heeft
Zindelen:
Deze klas       heeft      vandaag    Nederlandse les     via Lesson up
     gekregen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is stap 3 en hoe vind je het?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is stap 4?
A
lijdend voorwerp benoemen
B
meewerkendvoorwerp benoemen
C
onderwerp benoemen
D
bijwoordelijke bepaling benoemen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vind je het onderwerp?
A
wie of wat + PV?
B
wie doet het?
C
wat doet het?
D
aan wie of voor wie + PV?

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is stap 5?
A
bijwoordelijke bepaling benoemen
B
meewerkendvoorwerp benoemen
C
lijdensvoorwerp benoemen
D
onderwerp benoemen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt geleerd dat je elk stukje dat je benoemd hebt nodig hebt om het volgende stukje te kunnen benoemen.
Je weet nu dus wat de pv is, welke zinsdelen er zijn, wat het WWG is en wat het onderwerp is (wie of wat + PV (of WWG).

Vraag: hoe vind je nu het lijdend voorwerp?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Je hebt geleerd dat je elk stukje dat je benoemd hebt nodig hebt om het volgende stukje te kunnen benoemen.
Je weet nu dus wat de pv is, welke zinsdelen er zijn, wat het WWG is en wat het onderwerp is (wie of wat + PV (of WWG) en het lV (wie of wat + PV (of WWG) + O ).

Vraag: wat is stap 6 en hoe vind je die?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Wat is stap 7?
A
onderwerp
B
lijdendvoorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
meewerkend voorwerp

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is iets een zinsdeel een
bijwoordelijke bepaling?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Bijwoordelijke bepaling
Alles wat nog geen naam heeft krijgt de naam bijwoordelijke bepaling.
Dit is eigenlijk de prullenbak van de zin. Wat je niet 
meer kan benoemen, gooi je daarin --> alles 
moet immers een naam krijgen.

Bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op de volgende 
vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe 
en hoeveel.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Video bijwoordelijke bepaling volgt in de volgende sheet

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Vervolg instructie
Hieronder vind je de video's met uitleg over alle stappen van het ontleden van de zinsdelen.
Belangrijk om goed de zinsdelen te kunnen ontleden:
  1.  Je moet het stappenplan uit je hoofd kunnen opnoemen
  2. Het strepen zetten moet je goed oefenen en kunnen toepassen
  3. verder is het een kwestie van oefenen en oefenen 

Als je de stappen niet kent, dan lukt het ontleden niet EN als je de zindeelstrepen niet kunt zetten, dan benoem je de verkeerde zindelen.

Als je dat niet nodig hebt, dan ga je door naar het blokje toepassing in deze Lesson up.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Bijwoordelijke bepaling staat op de volgende sheet.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Bijvoeglijke bepaling staat op de volgende sheet.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions


Heb je het lesdoel van het oefenen met het ontleden van de zinsdelen behaald?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions


Heb je misschien het lesdoel van de stappen uit je hoofd kunnen opnoemen en het toepassen ook al behaald?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Wat ging goed in het zelfstandig werken en wat kan de volgende keer nog een beetje beter?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Feedback:
Wat vond je fijn of goed werken aan deze les en wat ik de. volgende keer beter?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions