1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat met basisbehoeften bedoeld wordt en je kunt er voorbeelden van geven.

  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen arme en rijke landen als je kijkt naar wonen en werken.

  • Je weet wat het verschil is tussen welvaart en welzijn en hoe je met die begrippen kunt zien of inwoners van een land rijk of arm zijn.

  • Je weet wat bnp/hoofd betekent en je begrijpt wat het zegt over hoe arm of rijk een land is.

Slide 2 - Slide

Wat is voor een mens noodzakelijk om te kunnen leven?

Slide 3 - Mind map

L1: Basisbehoeften om te leven
  • 5 dingen die elke mens nodig is om te leven: basisbehoeften
  1. Voeding (eten en drinken)
  2. Kleding
  3. Onderdak
  4. Gezondheidszorg
  5. Onderwijs
  • Mis je er 1? Dan ben je arm!

Slide 4 - Slide

L2: Wonen in arme en rijke landen
  • In arme landen veel problemen met basisbehoeften
  • Soms huizen gemaakt van planken/golfplaten: krottenwijk
    - meestal slechte: toileten, waterleiding, elektriciteit

  • Ook vaak geen schoon drinkwater!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

L3: Werken in arme en rijke landen
  • In arme landen vaak een scharreleconomie
    - Geld verdienen met losse baantjes
    - Vaak straathandel of klusjes

  • Verdienen weinig geld
    - Maar alles is ook goedkoper in arme landen

Slide 7 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 1.3
Maken: Opdracht 1 tot leerstof 3

Slide 8 - Slide

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat met basisbehoeften bedoeld wordt en je kunt er voorbeelden van geven.

  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen arme en rijke landen als je kijkt naar wonen en werken.

  • Je weet wat het verschil is tussen welvaart en welzijn en hoe je met die begrippen kunt zien of inwoners van een land rijk of arm zijn.

  • Je weet wat bnp/hoofd betekent en je begrijpt wat het zegt over hoe arm of rijk een land is.

Slide 10 - Slide

Welke basisbehoeften waren er ook alweer?

Slide 11 - Open question

L4: Wanneer is een land arm of rijk?
  • Hoe weet je of een land rijk of arm is?
  1. Welvaart: Rijkdom (hoeveel geld verdient een land)
  2. Welzijn: (hoe zijn de levensomstandigheden)
  • Bij welzijn hebben we het over 3 dingen:
  1. Gezondheid: Wat is de levensverwachting?
  2. Onderwijs: Wat is de alfabetiseringsgraad?
  3. Koopkracht: Hoeveel geld heb je voor eten/andere dingen?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

L5: Het bnp per hoofd
  • Hoe meet je welvaart?
  1. Tel al het inkomen in een land: bruto nationaal product (bnp)
  2. Deel dit door het aantal inwoners: bnp/hoofd
  • Er zijn wel wat problemen met het bnp/hoofd
  1. Geld in de scharreleconomie telt niet mee
  2. Het zegt niets over de verdeling van het geld

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 1.3
Maken: Opdracht 1 tot samenvatting

Slide 17 - Slide