Unité 2 app 1&maanden

De maanden: augustus
A
avril
B
août
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

De maanden: augustus
A
avril
B
août

Slide 1 - Quiz

Welke maand past bij dit seizoen:
l'hiver
A
septembre
B
avril
C
février
D
juillet

Slide 2 - Quiz

Welke maand komt meteen vóór mars?
A
janvier
B
avril
C
février

Slide 3 - Quiz

Welke maand past bij dit seizoen:
l'été
A
novembre
B
oktobre
C
février
D
juillet

Slide 4 - Quiz

Vertaal de maanden: februari en juni
A
février et juin
B
février et juillet

Slide 5 - Quiz

Vertaal; april
A
aprille
B
aprile
C
avril
D
avrille

Slide 6 - Quiz

Vertaal; januari
A
janvier
B
janvière
C
janviére
D
janviere

Slide 7 - Quiz

Vertaal; la profession
A
de carrière
B
het beroep
C
de dokter
D
professioneel

Slide 8 - Quiz

vertaal; de moedertaal
A
la langue maternelle
B
la langue parentale
C
la langue perentelle
D
la langue mothernelle

Slide 9 - Quiz

Vertaal; het handelsprofiel
A
le filière commerce
B
la filière commerce
C
les filières commerces
D
l'filière commerce

Slide 10 - Quiz

Vertaal; les études
A
de studenten
B
de student
C
de studie
D
de studentenkamer

Slide 11 - Quiz

Vertaal; La persévérance
A
Europees
B
De doorzettingsvermogen
C
vrienden maken
D
voldoende

Slide 12 - Quiz

Welke van de onderstaande opties zijn maandag, dinsdag en woensdag?
A
lundi - vendredi - jeudi
B
lundi - jeudi - mercredi
C
lundi - mardi - mercredi
D
dimanche - lundi - mardi

Slide 13 - Quiz

Vertaal; réussir dans la vie
A
slagen in het leven
B
slagen op de opleiding
C
slagen op school
D
slagen in sport

Slide 14 - Quiz

Vertaal; de mieux en mieux
A
steeds slechter en slechter
B
steeds beter en beter
C
steeds minder en minder
D
steeds mooier en mooier

Slide 15 - Quiz

Quel saison?
A
hiver
B
printemps
C
été
D
automne

Slide 16 - Quiz

Quel saison?
A
hiver
B
printemps
C
été
D
automne

Slide 17 - Quiz

Quel saison?
A
hiver
B
printemps
C
été
D
automne

Slide 18 - Quiz

C'est quelle saison?
A
le printemps
B
l'été
C
l'automne
D
l'hiver

Slide 19 - Quiz

Les jours de la semaine!
Zondag
A
lundi
B
samedi
C
mardi
D
dimanche

Slide 20 - Quiz

Les jours de la semaine!
Maandag
A
mardi
B
mercredi
C
jeudi
D
lundi

Slide 21 - Quiz

Les jours de l'école sont:
A
Jeudi, lundi, mardi, vendredi, dimanche
B
Lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi
C
Mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi.

Slide 22 - Quiz

Ga naar paragraaf 2.2 -- blz 54

Slide 23 - Slide