1.1 Moderne beleving van tijd

1.1 De moderne beleving van tijd
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1.1 De moderne beleving van tijd

Slide 1 - Slide

Omgaan met de tijd
  • Ieder plaats had verschillende tijden.
  • Modern vervoer vroeg eenheid in tijd.
  • Klokken gelijk gezet 

Slide 2 - Slide

Tijd
  • 1891
  • Europa opgedeeld in tijdzones.

Slide 3 - Slide

La belle époque
  • 1890 - 1914
  • Het mooie tijdperk.
  • De Fransen noemden deze periode na WO1 zo.

Slide 4 - Slide

Vooruitgangsgeloof
  • Het idee dat het leven van de mensheid op den duur steeds beter wordt.
  • Leven van de mensen was in een aantal opzichten verbeterd: uitvindingen, levensomstandigheden.

Slide 5 - Slide

Internationale beschaving
  • 1890-1914 groeiende democratie (meer mensen stemmen)
  • Groeiende welvaart (ook voor arbeiders)
  • Nieuwe uitvindingen ( telefoon, gloeilamp)
  • Bioscoop, terras of sportwedstrijd bezoeken
  • Rijkere ontwikkelde mensen gingen buitenlandse boeken lezen.
  • Internationale tentoonstellingen
  • Minder ziektes (medische uitvindingen, betere hygiëne)

Slide 6 - Slide

Wereldtentoonstelling Londen

Slide 7 - Slide

Olympische Spelen

  • 6 april 1896
  • Athene
  • Moderne tijd

Slide 8 - Slide

Olympische Spelen
  • De moderne industriele samenleving maakte het mogelijk om grote aantallen buitenlandse bezoekers en sporters te ontvangen.
  • Trein, stoomschip, groeiende welvaart

Slide 9 - Slide

Olympische Spelen
  • Nationalisme bevorderde georganiseerde beoefening van sport: sport maakte het leger sterker.
  • Teamgeest en discipline

Slide 10 - Slide

Olympische Spelen
  • Tijdmeting werd belangrijker.
  • Stopwatch was net uitgevonden.
  • Tijd werd in tienden van seconden gemeten.

Slide 11 - Slide

Indelen van geschiedenis
  • Indelen in vijf perioden.
  • Indelen in tien tijdvakken.
  • Indelen in vijf soorten samenlevingen.

Slide 12 - Slide

Indelen in vijf perioden
  1. Prehistorie
  2. Oudheid
  3. Middeleeuwen
  4. Vroegmoderne tijd
  5. Moderne tijd

Slide 13 - Slide

Indelen in tien tijdvakken

Slide 14 - Slide

Indelen in vijf soorten samenlevingen
  1. Samenleving van jagers en verzamelaars
  2. Landbouwsamenleving
  3. Landbouw-stedelijke samenleving
  4. Industriele samenleving
  5. Informatie samenleving

Slide 15 - Slide

Waarom werd pas na de 1e Wereldoorlog de periode 1890-1914 Belle epoque genoemd?

Slide 16 - Open question

Noem twee redenen waarom men dacht dat het steeds beter werd in die periode.

Slide 17 - Open question

Noem drie dingen die je geleerd hebt tijdens deze les.

Slide 18 - Open question