Bron H le verbe venir

Bienvenue 
à la classe de français:
un petit creux
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenue 
à la classe de français:
un petit creux

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
Les buts:
grammaire: Ik kan het werkwoord komen ('venir') in de present én de passé composé gebruiken in Franse zinnen

Slide 2 - Slide

Vul aan met het werkwoord 'venir':
Je (présent)
A
viens
B
vient
C
viennent
D
venons

Slide 3 - Quiz

Vul aan met het werkwoord 'venir':
il (présent)
A
viens
B
vient
C
viennent
D
venons

Slide 4 - Quiz

Vul aan met het werkwoord 'venir':
tu (présent)
A
viens
B
vient
C
vennez
D
viens

Slide 5 - Quiz

Vul aan met het werkwoord 'venir':
nous (présent)
A
vennons
B
viens
C
vennez
D
viennent

Slide 6 - Quiz

Vul aan met het werkwoord 'venir':
elles (présent)
A
vennons
B
vinnent
C
vennez
D
vient

Slide 7 - Quiz

Vul aan met het werkwoord 'venir':
nous (passé composé)
A
suis venu(e)
B
est venu(e)
C
sommes venu(es)
D
sont venu(es)

Slide 8 - Quiz

Vul aan met het werkwoord 'venir':
elle (passé composé)
A
suis venue
B
est venue
C
sommes venues
D
sont venues

Slide 9 - Quiz

Vul aan met het werkwoord 'venir':
vous (présent)

Slide 10 - Open question

Vul aan met het werkwoord 'venir':
je (passé composé)

Slide 11 - Open question

ils/elles
vous
nous
on
elle
il
tu
viennent
venez
venons
vient
vient
vient
viens
viens
je

Slide 12 - Drag question

elles
ils
vous
nous
on est venu (es)
elle
il
tu
sont venues
sont venus
êtes venu (es)
sommes venu (es)
est venu(es)
est venue
est venu
es venu (e)
suis venu (e)
je

Slide 13 - Drag question